De horeca herstelt zich in razend tempo van de coronajaren. Dat is het nieuws uit een nieuw rapport van ING. Daarmee lijkt de sector weer op de goede weg. Is dat wel zo? De bank meldt namelijk ook een aantal mitsen en maren die voor ondernemers in de sector niet als een verrassing komen. Veel horecabedrijven, waaronder ook cafetaria’s en snackbars, staan namelijk al een tijdje aan alle kanten onder druk.
ING voorspelt dit jaar een volumegroei van 30 tot 35 procent in de horeca. Dit wordt door de media gebracht als goed nieuws, met als tegenstelling dat consumenten toch een prijsstijging van 3 procent kunnen verwachten. Consumenten kunnen zich afvragen waarom ze meer moeten betalen terwijl het schijnbaar zo goed gaat met de sector. Wat ze vaak niet weten, is dat ondernemers aan alle kanten onder druk staan.
Hoge kosten remmen herstel
De verwachte volumegroei van 30 tot 35 procent betekent nog niet meteen volledig herstel. Dat komt volgens ING pas in 2023. Ondernemers hebben namelijk al langere tijd te maken met hoge kosten voor onder andere personeel, inkoop en energie.
Winstmarge
De vraag is in hoeverre de kosten één-op-één aan de klant kunnen worden doorberekend, zonder de klant weg te jagen. De horeca kan er daarom voor kiezen een deel van de hogere kosten voor eigen rekening te nemen, al gaat dit wel ten koste van de winstmarge. Vanwege de sterke concurrentie in de afgelopen jaren door de forse groei van het aantal horecazaken, staat de winstgevendheid van horecabedrijven overigens al langere tijd onder druk.
Overleven
Ook cafetaria’s en snackbars worstelen met de prijzen en vinden het soms lastig om meer te vragen voor het frietje, terwijl een prijsstijging vaak een kwestie van overleven is. Er zijn ondernemers die de knoop toch hebben doorgehakt en daar nog geen spijt van hebben.
Personeelstekort blijft groot probleem
Horecabedrijven staan ook onder druk omdat ze al jaren moeite hebben om voldoende personeel te vinden. Door de coronacrisis is dit probleem alleen maar groter geworden, omdat medewerkers tijdens de lockdowns elders werk hebben gevonden en niet zijn teruggekeerd. Dit maakt dat bedrijven niet op volle kracht kunnen draaien en soms een aantal dagen per week de deuren moeten sluiten. Ook dit remt het herstel.
Alleen herstel zonder lockdown
Of de verwachte de volumegroei in 2022 en het herstel in 2023 ook werkelijkheid worden, is nog maar de vraag. De voorwaarde is namelijk dat er later dit jaar geen nieuwe lockdown komt. Ziekenhuizen zijn daar echter wel bang voor. Het kabinet zou met een plan komen om bij een volgende golf onder andere lockdowns te voorkomen. Dit beleid laat volgens de ziekenhuizen te lang op zich wachten, terwijl ze ondertussen kampen met tekort aan personeel en veel uitval. Een volgende coronagolf in de herfst of de winter kunnen ze op deze manier niet aan, zo waarschuwen ze.
Energiecrisis treft frituurzaken hard
Zoals bekend, heeft fastservice – waaronder cafetaria’s en snackbars – de coronapandemie relatief goed doorstaan in vergelijking met restaurants en cafés. Deze bedrijven zaten eind 2021 dan ook weer op het niveau van 2019, zo meldt ING. Tijdens de daaropvolgende energiecrisis, waarbij de gasprijs sinds maart de pan uitrijst, zitten cafetaria’s, snackbars en frituurspeciaalzaken in de hoek waar de klappen vallen omdat ze binnen de horeca het meeste gas verbruiken. Ook de sterk gestegen olieprijzen raken deze bedrijven hard.
Meer horecazaken failliet in 2022
Het aantal bedrijfsbeëindigingen en faillissementen in de horeca zal volgens ING hoger uitvallen dan in 2021. Dit komt allereerst door het stopzetten van de generieke financiële overheidssteun per 1 april 2022. Daarnaast moeten horecabedrijven vanaf oktober 2022 beginnen met het terugbetalen van de belastingschuld. Deze is inmiddels opgelopen naar 1,4 miljard euro. En ondernemers hebben te maken met achterstallige huur omdat die betalingen tijdens de coronacrisis (deels) werden uitgesteld.
45 procent staat er slecht voor
Ondanks dat bedrijven vijf jaar de tijd krijgen om de belastingschuld af te lossen, zal dat voor een deel van de horecabedrijven tot financiële problemen leiden, met bedrijfsbeëindiging of faillissement tot gevolg. Zo blijkt uit onderzoek van de KvK dat 45 procent van de horecabedrijven er na de coronacrisis financieel slecht voor staat, waarvan 5 procent aangeeft bijna failliet te zijn.
