
Komende maandag vindt in Brussel de vijfjaarlijkse Frituurtop van de lage landen plaats. Vertegenwoordigers van de Belgische frituristenbond Navefri-Unafri en de Nederlandse vakvereniging ProFri komen samen in het nieuwe Frietmuseum in Brussel.
De frituristische topontmoeting heeft geen officiële status. Toch gaan ontmoetingen tussen Navefri en ProFri al ver terug. In het 13-jarige bestaan van de Nederlandse vakvereniging waren er ongeveer elke vijf jaar ontmoetingen. Ze passen in een langer bestaande traditie. Zo troffen in het verleden ook de voorzitters van Navefri en het toenmalige IJsfrica (opgegaan in KHN) elkaar met enige regelmaat.
“Actuele kwesties”
“Er is geen agenda,” zegt ProFri-directeur Ubel Zuiderveld. “Er worden actuele frituurkwesties gewisseld. Zaken die specifiek zijn voor België of Nederland, maar ook kwesties die de twee vakverenigingen gemeen hebben. Te denken valt aan Europese wet- en regelgeving, maar ook gezondheidsbeleid waarbij friet en frituur vaak het mikpunt zijn. Natuurlijk is er ook plek voor luchtige gesprekken.”
Bestuur Navefri en ProFri
In het Brusselse Frietmuseum zijn namens Navefri bondsvoorzitter Bernard Levèfre en bestuurslid Eddie Cooremans present. Zuiderveld is met ProFri aanwezig samen met de bestuursleden Marcel van Veen, Wilco van Seccelen en Arjan Verploegen.
Schenking aan museum
Ook ProFri-oprichter Frans van Rooij is van de partij. Namens zijn bedrijf Nederlands Frituurcentrum overhandigt hij het Frietmuseum twee antieke frietstukken uit de collectie. Het gaat om een bakoven uit de begintijd van de elektrische dompel-elementen én een historische frietsnijder. Frietmuseum-eigenaar Eddy van Belle en zaaknemer Mike Misson nemen de museumstukken in ontvangst.
Foto: frituurviering aan de voet van het Atomium in Brussel, archieffoto ProFri









































