Wethouder Den Haag: ‘Sterfhuisconstructie voor snackbars in wijk met veel overgewicht’

Actueel |
27 juli 2022 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten
Wethouder Parbhudayal, persfoto Den Haag / Martijn Beekman

Gaat Den Haag snackbars uitkopen? De Haagse VVD-wethouder Kavita Parbhudayal zegt in dagblad NRC dat dit niet in de bedoeling ligt. “We gaan geen snackbarhouders uitkopen, maar met een nieuw bestemmingsplan krijg je een soort sterfhuisconstructie.”

Net als andere steden wil Den Haag de openbare ruimte in enkele wijken minder ‘verleidelijk’ maken als het gaat om het eetaanbod. Het college kiest ervoor de vestiging van nieuwe fastfoodbedrijven te stoppen. Als er een snackbar verdwijnt, mag er geen snackbar voor terugkomen, is het doel van Parbhudayal.

“Wat doe je met bakker met döners?”

Ze geeft in het dagbladverhaal toe dat dit de nodige dilemma’s oplevert en vraagt zich hardop af: “Wat doe je met een bakker die 25 procent van zijn omzet uit döners haalt? Is het dan een bakker of een snackbar?” De vraag: wat doe je met een snackbar die een groot deel van zijn omzet gewoon behaalt met aardappelen, stelt ze zichzelf niet.

Evenmin komt aan bod dat gemeenten met deze aanpak consumenten de supermarkt injagen. Iets soortgelijks gebeurde ruim tien jaar geleden al, toen supermarkten door toegestane ruimere openingstijden honderden miljoen euro’s bij de horeca wegkaapten.

“Overgewicht terugdringen”

Het Haagse sterfhuisbeleid is naast snackbars ook gericht op andere fastfoodzaken. Het zou betekenen dat het geldt voor een meerderheid van de horeca, want die bestaat voor meer dan helft uit bedrijven met snelle service. Parbhudayal heeft daarnaast ook Turkse of Surinaamse eethuizen op het oog met een royaal assortiment zoete en calorierijke producten voor dadelijke consumptie. Het uitsterfbeleid is in eerste instantie bedoeld voor Den Haag-Laak, een stadsdeel dat behoort tot de ‘drie ongezondste wijken van Nederland’.

Parbhudayal was één van de wethouders die vorig jaar het kabinet vroegen om wettelijke middelen om een sterfhuisconstructie voor fastfood mogelijk te maken. Dit betekent dus: de vestiging van nieuwe fastfoodzaken zou door de gemeente met een wet in de hand geblokkeerd moeten kunnen worden. Doel is om in de Haagse wijken het percentage inwoners met overgewicht terug te dringen naar het niveau van 25 jaar geleden.

“Je wordt er moedeloos van”

Namens vakvereniging ProFri zegt directeur Frans van Rooij, dat hij er moedeloos van wordt dat opnieuw snackbars worden aangewezen als boosdoener. Snackbars bekleden bovendien in dit soort wijken vaak een belangrijke sociale functie, stelt Van Rooij. “Je moet een oplossing voor overgewicht naar onze mening veel eerder zoeken in betere voorlichting over voeding en de verandering van leefstijl bevorderen. Dat laatste is natuurlijk één van de lastigste dingen die er zijn. Maar snackbars zijn natuurlijk niet van gisteren. Snackbars vestigden zich in de meeste buurten reeds in de jaren zestig en zeventig.”

Maakt deze wethouder zich schuldig aan symboolpolitiek?

Deze vraag beantwoordt Van Rooij met een stellig ‘ja’. De oorzaak van overgewicht heeft volgens hem toch echt te maken met de verkeerde leefstijl van mensen. “Ook deze wethouder maakt zich schuldig aan symboolpolitiek. De verleidingen waaraan mensen worden blootgesteld zijn vooral in de supermarkt te vinden en dus niet alleen in gemakswinkels die in de volksmond fastfoodwinkels worden genoemd. Bovendien hebben supermarkten een lagere financiële drempel. Het tv-programma Beter! van Antoinette Hertsenberg over gezondheid en leefstijl in volkswijk Voorstad in Enschede, legde dat onlangs pijnlijk bloot. Waarschijnlijk heeft deze wethouder deze uitzendingen gemist.”

ProFri wil in overleg treden met staatssecretaris Maarten van Ooijen. Hij is verantwoordelijk voor eventuele wettelijke mogelijkheden om een sterfhuisconstructie mogelijk te maken. Van Rooij wil Van Ooijen tevens het Friet Manifest overhandigen dat ProFri vorig jaar presenteerde.