
Er moet wetgeving komen, waarmee gemeenten nieuwe snackbars kunnen weren. Dat staat geschreven in het rapport ‘Een eerlijke kans op een gezond leven’ van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), een adviesorgaan van de overheid.
Vakvereniging ProFri reageert met een eigen Manifest. Het zal tijdens de ledenvergadering van 1 november aanstaande worden overhandigd aan RVS-directeur Stannie Driessen.
Dagblad De Telegraaf publiceerde mede naar aanleiding van het rapport van de RVS afgelopen zaterdag een groot artikel over de geïsoleerde aanpak van de branche in het kader van gezondheidsbeleid.
De Bredase cafetariaondernemer Cor Schraven zegt in dit artikel: “Tankstations en supermarkten puilen uit met dikmakers, zoals die sportdrankjes met twintig suikerklontjes per flesje en die energierepen als tussendoortjes. Het probleem zit niet in cafetaria’s met eigengemaakte producten, maar in de veramerikanisering van de maatschappij.”
8 citaten uit het ProFri Manifest dat de RVS tijdens de ALV in ontvangst zal nemen.
1. “Geen wildgroei zonder toegevoegde waarde”
“Laten we beginnen met te stellen dat het weren van een teveel aan fastfood-winkels en snackbars een advies is waar ProFri in principe achter staat. Met dien verstande dat ‘teveel’ moet gelezen worden als een wildgroei die geen toegevoegde waarde biedt voor wie dan ook. Als Vereniging van Professionele Frituurders staat ProFri voor Vakmanschap, Veiligheid en Verantwoordelijkheid met de focus op kwaliteit in plaats van kwantiteit. Snackbars, cafetaria’s en andere frituurzaken die deze 3 V’s niet omarmen, resoneren niet met het DNA van ProFri.”
2. “Geïsoleerde positie snackbars is onverdedigbaar”
“Voeding die een korte bereiding vergt, behoudt beter zijn voedingswaarde. De vraag is niet ‘fast or slow’, maar ‘healthy or unhealthy’. Eerlijkheidshalve moet deze vraag aan de hele voedingsindustrie gesteld worden. De snackbars en fastfood-winkels geïsoleerd profileren binnen deze vraagstelling is onverdedigbaar, gelet op het feit dat de consumptie van friet en andere gefrituurde producten in fastfood-winkels en snackbars een fractie vertegenwoordigt van de totale consumptie ervan.”
3. “Correlatie met gezondheid is niet onderbouwd”
“Het RVS-rapport toont geen correlatie aan, laat staan een causaliteit tussen fastfood-winkels of snackbars en gezondheidsachterstand. Een aanbeveling zonder aantoonbare correlatie en causaliteit riskeert slechts de illusie te wekken van een oplossing met het risico het echte probleem te verhullen en in stand te houden. Ondanks gebrek aan onderbouwing worden deze ondernemingen als de belangrijkste oorzaak van het probleem gezien.”
4. “Friet en snacks niet oorzaak gezondheidsachterstand”
“Het eten van friet of gefrituurde snacks, mits goed gefrituurd, kan niet op zich als oorzaak gezien worden voor een gezondheidsachterstand. Wat in alle gevallen wél kan worden aangenomen is dat een ongezond eetpatroon gekenmerkt door buitensporige, ongebalanceerde voeding met een hogere consumptiefrequentie, wel een van de oorzaken kan zijn van een gezondheidsachterstand.”
5. “Zwaartepunt frietverkoop ligt elders”
“Circa 86,75% van de friet wordt elders ingekocht dan bij snackbars. In snackbars worden uiteraard ook veel gefrituurde snacks verkocht, doch is friet de hoofdaankoop. Het aanbod en verkoop van diepvriessnacks in supermarkten, zoals kroketten, frikandellen en andere producten, is vele malen groter dan in snackbars. Hoofdleveranciers van wat het RVS-rapport ‘ongezonde calorieën’ noemt, zijn niet de fastfood-winkels of de snackbars. Op basis van cijfers kunnen we concluderen dat het zwaartepunt van het probleem elders ligt. In elk geval niet bij 5700 frituurzaken in Nederland.”
6. “Friet is deel van evenwichtig consumptiepatroon”
“Friet is een aardappelproduct dat geherwaardeerd dient te worden en deel kan uitmaken van een evenwichtig voedingspatroon. Het is in dit verband wellicht veelzeggend dat smaakdeskundige Peter Klosse er ooit voor pleitte friet als aardappel niet bij de koolhydraatrijke voeding (Voedingscentrum, Schijf van Vijf) maar bij groente in te delen. Even terzijde; de populairste frituursnack, de frikandel is bovendien recent door footprintarisch deskundige Kees Aarts aangemerkt als ‘misschien wel de meest duurzame snack van Nederland’.”
7. “Stoppen met simplistische conclusies”
ProFri besluit het Manifest met een pleidooi. Drie van de punten:
“Het stoppen met het isoleren van fastfoodwinkels en snackbars als dè veroorzaker van de gezondheidsachterstand en gefrituurde producten te vereenzelvigen met ongezonde voeding en een onverantwoord eetpatroon.”
“Het stoppen met het formuleren van simplistische conclusies waarbij de fastfoodwinkels en snackbars als veroorzakers van het probleem worden gezien, waardoor simplistische oplossingen naar voren worden geschoven die achteraf symbolisch en niet doeltreffend blijken te zijn geweest.”
“De erkenning van de status van cafetaria’s, snackbars en frituren als essentiële maatschappelijke entiteit in veel wijken en dorpen, waar andere voorzieningen steeds vaker ontbreken en frituurondernemingen derhalve een belangrijke sociale rol kunnen vervullen.”
8. “ProFri wil deel van de oplossing zijn”
“ProFri ziet zichzelf als deel van de oplossing en wenst met de overheid in een dialoog te treden om haar doelstellingen bij het afbouwen van de gezondheidsachterstand samen te bereiken. Immers, met elkaar samenwerken is productiever en zal sneller de beoogde resultaten helpen realiseren. De enige voorwaarde die ProFri hierbij stelt is dat het eerlijk gebeurt.”
Hier kun je de volledige versie van het ProFri Manifest downloaden.