Alide van Toor: “Sámen de schouders eronder, dat is wat mij erg aanspreekt”

Actueel, Achtergrond |
15 april 2024 |
Leestijd ± 4 tot 6 minuten

Alide van Toor (1965) wordt bezoldigd voorzitter van ProFri. Nadat de leden en het bestuur op 3 juni hun fiat geven, treedt zij in de voetsporen van oprichter Frans van Rooij als boegbeeld en spreekbuis van de vakvereniging. Van 2006 tot eind 2022 was Alide uitbater van cafetaria De Halte in Meerkerk. Een interview met Alide van Toor in citaten: “Voor veel gasten is het praatje bij de cafetaria belangrijk.”

door Ubel Zuiderveld

Veertig lentes jong is Alide als zij switcht van loopbaan. De turbulentie en het zwalkende beleid in de sector beu, zegt ze haar carrière in de thuiszorg vaarwel. Sinds haar zeventiende al werkt ze eerst in de verpleging, daarna in de thuiszorg. Het is haar man John, vrachtwagenchauffeur in het dagelijks leven, die wel brood ziet in het runnen van een frituurzaak. Maar het is Alide die doorpakt en de handen, voeten en het gezicht van de dorpszaak wordt.

Ingrijpende verbouwing

Opgegroeid in het naburige Lexmond, neemt Alide met John snackbar De Halte in Meerkerk over. Het is een cafetaria die dan al zo’n veertig jaar een vaste waarde is in het dorp in de Alblasserwaard. Omdat zij en John twee zoons en een dochter hebben, houdt Alide het aantal openingsuren beperkt tot 32. De zondag is en blijft gereserveerd voor het gezin. John blijft op de vrachtwagen en assisteert Alide op gezette tijden in de zaak. “In het begin moest ik wel mijn draai vinden,” zegt ze. “De eerste keer dat een klant vroeg om een satérol, moest ‘ie die wel even voor mij aanwijzen. Want ik wist absoluut niet welke snack het was.”

Het pand waarin de cafetaria is gevestigd, stamt uit 1830. Het dak lekt, de zaak maakt een verlopen indruk. Begin 2007 wordt De Halte ingrijpend verbouwd. Alide’s frietadres wordt daarna in enkele jaren een florerend bedrijf dat de harten van de Meerkerkers steelt. Hoewel het dorp nog geen 4000 inwoners telt, groeit de omzet van De Halte richting een solide en goed renderende middenklasser in de cafetariasector. Alide’s smulbedrijf hoort bij de groep van 17 bedrijven die in 2015 als eerste ProFri’s vakkeurmerk Goed Gefrituurd krijgen. Eind 2022 wordt De Halte verkocht.

Het nieuwe boegbeeld van ProFri in citaten.

“Nieuwe gasten binnenhalen”

“Vanaf het begin was ik bezig om nieuwe gasten binnen te halen in mijn cafetaria,” zegt de beoogd bezoldigd ProFri-voorzitter. “Zo maakte ik bij de start van het zomerseizoen een flyer voor campings bij ons in de buurt. Daar zat dan een tegoedbon in van € 2,50 die de campinggasten bij ons in de zaak konden besteden. Dat bracht steevast extra volk over de vloer. Sommige klanten kwamen zelfs steeds terug tijdens hun vakantie.”

“Ook iets terug doen”

Een prominente lijfspreuk van Alide als cafetariahouder is: “Als je van het dorp leeft, mag je er ook wel wat voor terugdoen.” Dus trakteert De Halte de gasten uit Meerkerk en omgeving steevast in de decemberdagen rond kerst en oudjaarsdag. Vaak gaat het om traktaties waarmee Alide dichtbij het kernassortiment van haar bedrijf blijft. Ze noemt een chocoladebonbon in de vorm van een bitterbal. “Maar ook deelde ik eens frietjes van witte chocolade in een klein puntzakje uit.” Alide houdt ook door het jaar heen regelmatig weggeefacties. Ze deelt gratis friet of softijs uit om nieuwe gezichten in de zaak te krijgen, niet zelden een één-tweetje met een leverancier. “Zulke acties leveren eigenlijk altijd nieuwe klanten op.”

“Formule gaf omzetboost

Een kleine 20 procent van de branche zit bij de 25 kleine en grotere formulemerken. Na twaalf solo-jaren, sluit Alide zich met haar zaak in 2018 aan bij Bidfoods concept Restaria. Zo wordt De Halte de vierde Restaria van ons land. Wel maakt Alide van tevoren een moodboard om haar eigen stempel op de inrichting te drukken. “Ik koos voor Restaria omdat ik ongebonden wilde blijven, maar toch behoefte had aan ontzorging en verkoopondersteuning.”

Hoewel in haar nieuwe rol als ProFri-voorzitter alle cafetaria’s en formules haar even lief zijn, zegt zij over haar formule-ervaring: “Aansluiting bij Restaria gaf mijn omzet een boost. Vooral de omzet eten ter plekke steeg sterk. Van een frietje met frisdrank voor 5 euro, ging de besteding naar soms wel 25 euro. Bijvoorbeeld doordat ik carpaccio ging aanbieden. Op een goede zaterdag hadden we elke zitplaats drie of vier keer bezet.”

Alide en haar crew stellen bovendien gerichtere verkoopvragen zoals Wilt u er iets bij drinken? Alide zegt: “Ik vond dit in het begin moeilijk om te vragen. Maar het is natuurlijk helemaal niet raar. Gasten kunnen immers gewoon ja of nee zeggen. Na verloop van tijd gingen we de vragen trouwens anders stellen. Wat wilt u erbij drinken, welk toetje wilt u?

“Veel gasten komen juist voor het praatje…”

De coronapandemie doorstaat De Halte goed dankzij afhaal bij een buitentent. Ook begint De Halte met bezorging. Voor online bestellingen gebruikt Alide’s cafetaria de app en technologie van Next to Food. Dat is haar goed bevallen. “Eerst kozen we voor een groot bezorggebied. Dat hebben we steeds verder verkleind. Nee, op Thuisbezorgd hebben we nooit gezeten. Maar met bezorging zijn we niet meer gestopt na corona.”

“Klanten konden voortaan ook online bestellen en dan afhalen. Het is daardoor wel allemaal ongezelliger geworden dan het was. Eerder stonden afhalers tijdens de piek soms drie kwartier te wachten. Dat was een gezellige boel. Door de app is de sociale omgang minder geworden. Mensen halen hun tasje met de bestelling en zijn weer weg. Ik vind dat jammer, want de contacten met klanten zijn de allermooiste kant van ons vak. Veel mensen komen juist voor het praatje naar onze bedrijven.”

“Ik had zelfs een zestigplusser”

De laatste jaren voor de verkoop van de zaak, begint de krapte op de arbeidsmarkt Alide’s cafetaria parten te spelen. Het personeelstekort wreekt zich, terwijl ze bovendien ervaart dat het werk haar lichamelijk steeds zwaarder valt.

“In de zestien jaar dat ik een cafetaria had, is er eigenlijk heel veel veranderd. Naast allerlei andere zaken, ook de concurrentie is groter geworden. Staat er ergens een pandje leeg, dan komt daar hup weer een koffiezaakje of lunchroom in. En dan natuurlijk de personele problemen. Ik heb geweldige medewerkers gehad. Maar de laatste jaren viel het niet altijd mee. Er zijn natuurlijk jongeren die veel werk verzetten. Maar het kwam ook voor dat jonge meiden gewoon weg bleven als iets hen niet zinde. Daar sta je dan dus weer. Ik koos op een gegeven moment bewust voor ouderen. De laatste medewerker die ik aannam was 62. Daarnaast had ik twee vijftigplussers lopen. Of eigenlijk drie inclusief mijzelf.”

“Opkomen voor belangen”

Ten tijde van dit interview is Alide druk doende zich voor te bereiden op haar nieuwe functie. ProFri-oprichter Frans van Rooij neemt haar mee op sleeptouw voor een kennismakingsronde door Nederland. “Ik vind het lastig om nu al te zeggen waarop ik mij ga richten. Ja, opkomen voor de belangen van cafetariahouders. Dat is vanzelfsprekend.”

“Ik heb altijd een goede boterham verdiend in mijn zaak. Maar ik schrik enorm nu ik zie hoe moeilijk veel collega’s het hebben. Een groot aantal heeft het echt héél zwaar. Een wonder is dat natuurlijk ook niet als je ziet wat de branche de afgelopen jaren allemaal over zich heen kreeg. En door het personeelstekort moeten ondernemers zelf nog eens veel harder werken ook.”

“Sámen de schouders eronder…”

Over haar beeld van ProFri zegt Alide: “Omdat ondernemers hun handen meer dan vol hebben, komen ze vaak niet toe aan de zaken waaraan ProFri voor hen werkt. Ik begrijp dat helemaal. Want je bent immers al druk genoeg. De ledenvoordelen die ProFri allemaal biedt, zijn natuurlijk mooi meegenomen. Maar ik denk niet dat ondernemers altijd in de gaten hebben dat hun vakvereniging nog zoveel méér doet. Zaken als werken aan het collectieve imago en opkomen voor de belangen. Mijn inzet zal zeker zijn om de inbreng van zowel bestuursleden als gewone leden te stimuleren. Dingen samen doen, met z’n allen, samen met de partners van ProFri, de schouders eronder, dat is wat mij erg aanspreekt.”

Foto: vakvereniging ProFri