Nieuwe Horeca-cao vanaf 1 januari 2024

Actueel |
4 december 2023 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten
Onderhandelingsresultaat Horeca CAO 2024 – afbeelding iStock

ProFri voorstander van sectorale invulling

Er is een onderhandelingsresultaat bereikt over een nieuwe Horeca-cao per 1 januari 2024 tussen de vakbonden FNV Horeca en CNV Vakmensen en werkgeversorganisatie Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Of er daadwerkelijk een nieuwe Horeca-cao komt, wordt uiterlijk 18 december bekendgemaakt.

Het onderhandelingsresultaat wordt door de vakbonden FNV Horeca en CNV Vakmensen voorgelegd aan hun achterban. KHN vraagt goedkeuring aan het Landelijk Bestuur van de vereniging. Uiterlijk 18 december is er meer duidelijk en wordt bekendgemaakt of er daadwerkelijk een nieuwe Horeca-cao komt per 1 januari 2024.

Klik hier voor het onderhandelingsresultaat

Nieuw functie- en loongebouw

In de nieuwe afspraken tussen de bonden en de werkgeversorganisatie gaat het onder meer over een nieuw loongebouw en de ontwikkeling van de lonen. Nieuw is dat er een minimumstagevergoeding wordt vastgelegd. Verder komen er afspraken over overwerk. In 2024 willen de partijen een nieuw functiegebouw en bijbehorend loongebouw gaan ontwikkelen.

Groei- en loonbaanperspectief

KHN-voorzitter Marijke Vuik laat in een reactie weten dat ze bij het maken van de afspraken niet over een nacht ijs zijn gegaan. “De standpunten en wensen lagen eerst ook best een eind uit elkaar. We moesten elkaar dus echt tegemoetkomen. Gelukkig hebben we uiteindelijk goede afspraken gemaakt die werkgevers de mogelijkheid bieden om te kunnen blijven ondernemen, maar tegelijkertijd werknemers een groei- en loonbaanperspectief geeft.”

Platform

Volgens Edwin Vlek, bestuurder FNV Horeca wordt er een “Belangrijke stap voorwaarts op het gebied van arbeidsvoorwaarden” gezet. Hij verwijst daarbij naar de afspraak om een platform op te zetten om de ontwikkeling van de sector en haar medewerkers te stimuleren.

Grip op werk- en privétijd

De afspraken over overwerk en voor een stagevergoeding zijn volgens Jacqueline Twerda, bestuurder CNV Vakmensen een opsteker. “Hiermee laat de horeca zien er ook te zijn voor de toekomstige werknemers.” Ze benoemt verder het bewaken van de balans tussen werk en privé. “Door de toenemende werkdruk is het voor werknemers belangrijk om meer grip te krijgen op werktijd en privétijd.”

Zorgen

ProFri is blij met het onderhandelingsresultaat, maar maakt zich wel zorgen over de ontwikkeling van de loonkosten voor cafetaria’s, snackbars en andere frituurzaken. De loonkosten voor 15, 16 en 17 jarige zijn de afgelopen twee jaar al explosief gestegen. Precies de leeftijdscategorie waaruit de frituurbranche een grote groep van haar medewerkers betrekt.

Sectorale aanpak

Over het opzetten van een leer- en ontwikkelplatform voor de horeca is al vaker onderhandeld. ProFri geeft de voorkeur aan om dit sectoraal aan te pakken. Ook bij de opzetten van het nieuwe functie- en loongebouw moet volgens de vakvereniging meer met de verschillende deelsectoren rekening worden gehouden.

“De horeca is te divers. Niet voor niets laten de verschillende deelsectoren zich moeilijk verenigingen binnen één club. Dat is precies de reden waarom ProFri is opgericht,” aldus de woordvoerder van ProFri. “KHN koos toentertijd ervoor te stoppen met de sectorale indeling van de vereniging en alles onder te brengen onder de noemers Eten, Slapen en Drinken. Ook werd de volledige sectorale bestuurslaag er tussenuit gehaald, zoals het bestuur van de sector Fastfood- en IJsbedrijven.”

Herkenbaar aanbod van trainingen en opleidingen

Samen met het Nederlands Frituurcentrum werkt de vakvereniging aan een passend en herkenbaar aanbod van trainingen en opleidingen. Ook een online leer- en ontwikkelplatform maakt daar onderdeel vanuit. Om het gebruik hiervan te stimuleren kunnen leden van ProFri vanaf 1 januari 2024 hun medewerkers gratis inschrijven voor een aantal basis e-learingmodules. ”We willen als vakvereniging hiermee niet alleen bijdragen aan de ondernemingsgroei van frituurzaken, maar ook aan de persoonlijke ontwikkeling van de ruim 55.000 mensen die er werken.”

Meer over