Groothandelsprijzen stijgen verder, een paar bijverschijnselen op een rij

Actueel |
3 augustus 2022 |
Leestijd ± 2 tot 4 minuten
Foto: Shutterstock / G Point

Horecagrossiers voeren opnieuw prijsverhogingen door. In de meeste productgroepen gaat de komende maanden 3 tot 5 procent bij de inkoopprijs op. Redenen: de Oekraïne-oorlog, logistieke en personele problemen, tegenvallende oogsten, stijgende lasten voor energie en andere verstoringen in de keten.

Er zijn echter uitschieters van meer dan 10 procent, zoals bij graanproducten. Bij zuren als augurken en zilveruien wordt verwacht dat de meerprijs zelfs ongeveer een kwart of zelfs hoger kan liggen. Ook diepvriessnacks en oliën en vetten zullen opnieuw vier tot zes procent prijsstijging laten zien.

Prijsstijgingen, huismerken en de effecten:

Huismerken en discounters?

Omdat de prijzen bij merkproducten doorgaans relatief al hoger liggen, is de algemene verwachting dat horecaondernemers vaker zullen kiezen voor de huismerken van grossiers. Bovendien zijn er nog altijd groothandels die kans zien te stunten met emmers sauzen of frituurolie van het eigen huismerk.

Vraag is ook in hoeverre online platforms en discounters die zich richten op verkoop aan de horeca zullen profiteren van de prijsverhogingen. Discount-tussenhandel, zowel fysiek als op internet, maakt de laatste jaren in elk geval een sterke groei door. Denk maar eens aan de zogenaamde parallelhandel in frisdrankblikjes.

Welk effect hebben huismerken?

Net als supermarkten, doen horecagroothandels hun best om klanten vaker te laten kiezen voor goedkopere huismerken. Het lijkt erop dat het aandeel van huismerken groeit, net als in de supermarkt. Groothandels doen hierover echter spaarzaam mededelingen. Wel schrijft Sligro in zijn laatste jaarverslag over de luxere eigen merken Gouden Aar en Bonbiance (chocolade, koekjes, patisserie): “De omzet van eerlijk & heerlijk producten onder onze exclusieve merken Bonbiance en Gouden Aar groeide erg fors.”

Weinig is er bekend over de omzeteffecten voor cafetaria’s die A-merken inruilen voor huismerken. Ruim tien jaar geleden deed ondernemer Wim Markwat ooit een beperkt eigen onderzoek. Hierbij stelde hij vast dat de winstgevendheid van cafetaria’s wel te lijden heeft indien voor goedkopere huismerken van grossiers wordt gekozen. Op termijn lopen hierdoor de omzet en de marge van deze cafetaria’s iets terug. Hoewel zeker niet alle huismerken van grossiers kwalitatief B-merken zijn, wordt vaak bij de prijsmerken wel bezuinigd op de ingrediënten.

Hoe zit het met huismerken in supermarkt?

Gespecificeerd onderzoek naar het gebruik van huismerken in de horeca is niet bekend. In de consumentenmarkt stelde bureau GfK wel vast dat consumenten vanwege de inflatie de overstap maken van A-merken naar goedkopere huismerken. Ook de Consumentenbond monitort de huismerken in supermarkten. In mei rapporteerde de bond: “De prijzen van A-merken gingen op jaarbasis met 10 procent omhoog, die van huismerken 7 procent.” De bond stelde eveneens vast dat hierdoor het prijsverschil tussen A-merken en huismerken ook op de langere termijn groter wordt.

Hoe denkt de consument over foodmerken?

Volgens deskundigen van de Rabobank “wil de consument vaker weten waar het product vandaan komt of hoe het geproduceerd is”. Deze beweging is ook, maar zeker in mindere mate, zichtbaar in de horeca. In hoeverre A-merken voor de horecagast ‘vertrouwder’ overkomen dan huismerken, is onbekend. Bovendien zijn de merknamen in de horeca minder herkenbaar dan in de supermarkten. Over voedselproducten en beprijzing schrijft de Rabobank verder: “De consument is bereid een meerprijs te betalen voor de service, zoals thuisbezorgen of gezonder eten, maar niet zozeer voor het product zelf. Voor voedingsproducenten is de uitdaging om efficiënt en met de juiste schaal te produceren en tegelijkertijd de consument aan zich te binden met unieke producten.”

Wat doet inflatie met de horecagast?

ABN Amro stelde nog onlangs in een analyses dat de inflatie op den duur de bestedingen in de horeca zal aantasten. De bank schrijft: “Het ligt voor de hand dat de consument eerst snijdt in bijvoorbeeld uitgaven aan restaurants en niet-essentiële diensten. Consumenten zullen daar eerder op bezuinigen dan op uitgaven aan de supermarkt en vervoer.”

De bank verwacht dat de horeca hiermee later dit jaar en volgend jaar te maken krijgt. “We kunnen concluderen dat het huidige groeitempo in de bestedingen later dit jaar afneemt,” schrijft de bank over horeca en aanverwante vrijetijdsbranches.