De Stichting Ketel Kwestie beëindigt haar activiteiten en wordt dezer weken formeel opgeheven. De stichting werd eind 2018 in het leven geroepen, nadat de nodige cafetaria’s al enkele jaren kampten met lekkende frituurketels.
Bij veel gevallen van lekkage werd vastgesteld dat constructie- en ontwerpfouten de vermoedelijke oorzaak waren. Doorgaans trad scheurvorming op rondom de pinnen die aan de onderzijde van ketels waren gelast.
Opheffing definitief
Afgelopen maandag werd de opheffing van de Stichting Ketel Kwestie bekend gemaakt tijdens de Algemene Ledenvergadering van vakvereniging ProFri. De opheffing werd een jaar eerder al aangekondigd, maar er moest nog een rekening worden vereffend. Het bestuur en de leden van ProFri werden afgelopen maandag schriftelijk door de stichting geïnformeerd.
“Hiermee komt een einde aan een langlopende en intensieve kwestie waarbij ProFri en het Nederlands Frituurcentrum zich jarenlang hebben ingespannen voor de belangen van getroffen ondernemers,” aldus de opheffingsbrief van de Stichting Ketel Kwestie.
“Ongewenste ontbranding”
Een expertisebureau stelde na onderzoek van de constructie vast dat het euvel vroeg of laat onontkoombaar was. Veel ketels van dit type zijn inmiddels vervangen door nieuwe frituurketels waarin de fabrikant de pinnen heeft weggelaten. Het probleem lost zich dus vanzelf op, maar kan zich bij oudere frituurovens nog steeds voordoen, zolang de ketels ervan nog niet zijn vervangen door ketels zonder pinnen, aldus het stichtingsbestuur in zijn schrijven.
In de brief waarschuwt de stichting voor het risico van ‘ongewenste ontbranding wanneer olie of dampen via haarscheurtjes aan de onderzijde van de ketel vrijkomen. Dit brengt het risico met zich mee dat er brand ontstaat in het rookkanaal, met name in combinatie met achterstallig onderhoud of vetophoping. In het ernstigste geval kan het vuur doorslaan naar de volledige afzuiginstallatie, wat leidt tot gevaarlijke situaties voor personeel, pand en omgeving. Het is daarom van groot belang dat ondernemers lekkage serieus nemen, ook als deze op het eerste gezicht beperkt lijkt.’
“Collectieve claim”
Oorspronkelijk lag het in de bedoeling dat de Stichting Ketel Kwestie tot een collectieve schadeclaim zou komen namens gedupeerde ondernemers. Hoewel het in een aantal gevallen kwam tot een schikking, verwierf de stichting onvoldoende steun en financiële middelen voor een dergelijke gezamenlijke aanpak.
“Met de officiële opheffing van de stichting komt een einde aan een veelbesproken dossier, maar blijven de lessen en inzichten behouden,” schrijft het stichtingsbestuur in zijn laatste officiële schrijven.
Foto: archief Stichting Ketel Kwestie
