“Veel groeikansen voor softijs en shakes”

Achtergrond |
21 december 2019 |
Leestijd ± 4 tot 6 minuten

In de rubriek Partner & Co geven partners van vakvereniging ProFri hun visie op de markt. Dat doen we aan de hand van de P’s die belangrijk zijn in de marketing. Zoals de P’s van Product, Prijs en Promotie. Maar ook toegevoegde P’s komen aan bod. In deze aflevering: Teun Loonen. Loonen nam onlangs afscheid van zijn bedrijf Frozen Brothers, voorheen ICB, in Bladel. Het bedrijf is bekend van onder meer Carpigiani-ijsmachines en Slush Puppie.
Paplepel: hoe kwam je in de ijsbranche terecht?

“Mijn ouders hadden een cafetaria annex ijssalon in Reusel. Het is me dus met de paplepel ingegoten; ik groeide op tussen de ijsmachines en de frituurpotten. De voorliefde voor ijs had ik als kind al. Ik vond en vind ijs, echt vérs ijs, verschrikkelijk lekker. In 1976 ben ik zelf een cafetaria begonnen, in Bergeijk. Later kwam er een ijssalon bij. En ik opende nog een tweede cafetaria. Ik verkocht alle zaken in 1989. Destijds zag je nog vooral Zweedse en Zwitserse ijsmachines, zoals Ott. De importeur van Ott Nederland vroeg wat ik ging doen na de verkoop van mijn bedrijven. Ik zei toen: “Nou, voor jullie werken bijvoorbeeld.” Zo is het gekomen.”

Pionieren: softijs stond destijds nog in de kinderschoenen?

“Softijs was in de jaren 1960 al verkrijgbaar in Nederland. De animo voor milkshakes kwam inderdaad pas ruim tien jaar daarna. Het kwam allemaal uit de VS overwaaien. De machines waren eenvoudig: cilinders met een koeling, met daar bovenop ongekoelde voorraadbakken. Dat was bacteriologisch gezien riskant. In België is het door een groot voedselschandaal bijvoorbeeld nooit wat geworden met softijs. Het is aan Friesche Vlag te danken dat ons land wél een softijsland werd; het bedrijf zag het belang in van zelfpasteuriserende machines. In 1976 werd daarom begonnen met de import van Coldelite-machines, een B-merk van Carpigiani. Deze machines droegen ertoe bij, dat ons land met zijn duizenden cafetaria’s een uitstekende infrastructuur had en hield voor de verkoop van softijs.”

Product: en daarna kwamen de combimachines?

“In 1993 ging de toenmalige importeur van Ott failliet. Samen met een partner richtte ik toen Ott Nederland op. Dat was net nadat het bedrijf de gecombineerde softijs/milkshakemachine had ontwikkeld. Ja, dat was écht een regelrechte hit. Op een gegeven moment stopte Friesche Vlag met de verkoop van Coldelite, terwijl Carpigiani het merk Ott overnam. Uiteindelijk kwam in 2000 alles van Carpigiani naar ons toe; zowel softijs als schepijsmachines, zowel Carpigiani als Coldelite. Eerst viel Carpigiani Nederland nog onder het hoofdkantoor in Italië. Later werden wij helemaal zelfstandig. Het was een geweldige tijd, ook voor schepijs. In 1999 waren wij mede-oprichters van het IJscentrum in Wageningen; het aantal ijssalons begon daarna flink toe te nemen.”

Promotie: waar liggen groeikansen voor softijs en shakes?

“Met ijs in het algemeen kun je zoveel doen als je zelf wilt; de mogelijkheden zijn eindeloos. Maar ijs moet wel écht vers zijn. Hoe je het ook wendt of keert; na verloop van tijd gaat alle ijs, ook handijs, gewoon kristalliseren. Natuurlijk moet je daarnaast blijven vernieuwen; met tien jaar lang dezelfde smaken bereik je niets. Ach, met softijs kun je zo enorm creatief zijn; je kunt er prachtige coupes mee maken. Maar denk ook eens aan bekers voor thuis, gecombineerd met afhaalbestellingen. Ik zie het weinig ondernemers doen; een beker met een halve liter softijs met bijvoorbeeld gemengd fruit aanbieden voor afhalers. Er is echt veel meer omzet mee te behalen. En altijd 80 procent brutowinst hè?”

Promotie: en milkshakes?

“Daar geldt hetzelfde voor. Er zit nog heel veel rek in de markt. Maar je moet wel een goed product verkopen. En eens wat anders bieden dan de ABC-smaken; Aardbei, Banaan en Chocolade De Amerikaanse hamburgerketen Five Guys is een mooi voorbeeld. De milkshakes met creatieve smaken die zij verkopen, zijn echt van superieure kwaliteit. Daar vragen ze gewoon 5 euro voor. Trouwens, ook bij Nederlandse formules als Kwalitaria, Restaria en Verhage zie ik goede voorbeelden.”

Plaats: softijs vind je nu wel op heel veel plekken.

“Je bedoelt warenhuizen als Ikea en de HEMA? Het is voor hen best een lastig product. De machines en het product hebben aandacht nodig; dat is voor zulke bedrijven knap lastig met al die wisselende medewerkers. Softijs, daar heb je best veel werk aan. Om goed softijs te verkopen, zijn discipline en creativiteit vereisten. Nederland telt 8500 tot 9000 verkooppunten van softijs. De cafetaria heeft nog altijd meer dan de helft van de markt in handen. Mijn overtuiging is dat cafetaria’s over vijftig jaar in ons land nog steeds softijs zullen verkopen.”

Publiek: waar staan wij met onze softijsconsumptie?

“Nederlanders eten aanmerkelijk minder softijs dan Russen en Scandinaviërs. Ook Polen en Tsjechië zijn sterke markten. Per hoofd consumeren Nederlanders bijna 2 liter softijs en milkshakes. Dat zijn dus maar ongeveer zes shakes per jaar. Deze hoeveelheid neemt nauwelijks toe. Uit de cijfers in Scandinavië blijkt dat er voor ons land nog ’n enorme groeipotentie ligt. Maar dan moet je er wel actief mee aan de slag als branche. Ook Jumbo verkoopt nu softijs, Jamin gaat in zee met Swirl’s. Zulke vormen van branchevervaging kunnen een groot gevaar zijn voor de positie van de cafetaria. Kansen mag je dus niet aan je voorbij laten gaan.”

Potentie: welke groeipotentie zie je verder voor de markt?

“Durf onderscheidend te zijn. Hoe lang houd je het vol om frikandellen te verkopen voor 2 euro die bij de supermarkt 20 cent kosten? Daarmee win je uiteindelijk de strijd niet. Je moet je op een aantal fronten ambachtelijk onderscheiden. Het is niet voor niks dat een ambachtelijk segment als de ijssalon zo sterk groeide de afgelopen jaren.”

Product: hoe zit het tegenwoordig met de veiligheid?

“We leggen met het IJscentrum net de laatste hand aan een nieuwe Hygiënecode voor de IJsbereiding. Belangrijk is en blijft: zorg dat ijs altijd vers is. Vergeet nooit dat het een kritisch product was, is en blijft. Gebruik je voor je softijs een poedermix, dan moet je écht binnen 24 uur pasteuriseren. Voor kantenklare mixen geldt: is de dop eraf, dan moet het binnen 72 helemaal op óf gepasteuriseerd zijn. Softijs is veilig in Nederland, maar heeft voortdurend aandacht nodig.”
Partner: waarom is Frozen Brothers partner van ProFri?
“Met Carpigiani Nederland behoorden wij tot de eerste partners van de vakvereniging. Ik heb de rol van vakorganisaties altijd erg belangrijk gevonden. Hun werk versterkt de branche en draagt bij aan het opwaarderen van het vakmanschap. Ik was in het verleden ook altijd lid van IJsfrica. Nu ik mijn handen vrij heb, word ik zelf voorzitter van de VAIJ, de Vereniging van Ambachtelijke IJsbereiders. Geweldig om te zien dat er nu weer 800 ijssalons zijn in Nederland! De sector is dankzij het IJscentrum uit de as herrezen; in 1985 waren er maar 146 meer.”

Pistacheijs: waarom is dat jouw favoriete smaak?

“Ja, pistacheijs is in mijn ogen het lekkerste ijs dat er is. Als ik bij klanten was, bestelde ik dat altijd. Maar er moeten natuurlijk wel echte pistachenoten in zitten, ook al zijn dat dure ingrediënten. En natuurlijk moet het supervers zijn.”
Teun Loonen nam in oktober afscheid als directeur-eigenaar van Ice Concepts Benelux (ICB). Na de samenvoeging met Slush Puppie Benelux en de overname door een Engels bedrijf, werd de naam ICB veranderd in Frozen Brothers. Frozen Brothers in Bladel verkoopt onder meer Carpigiani (softijsmachines), schepijsvitrine van Orion, ambachtelijke ijsmachines van Frigomat en frozen drinks als Slush Puppies en Coca-Cola/Fanta Frozen.

Dit artikel is reeds eerder verschenen in Frituurwereld Editie 14 – Winter 2019-2020