Van Rooij: “Afrekenen met rankings”

Achtergrond |
21 september 2018 |
Leestijd ± 3 tot 5 minuten

Al eerder gooide hij de knuppel in het hoenderhok. Hij zette onder meer het beroepsonderwijs op z’n kop, ging het gevecht aan met het AD vanwege de Friettest én met de organisator achter de ranking van De Leukste Snackbar. Frans van Rooij maakt er weinig vrienden mee. “Luis in de pels”, is een titel die hij vaak krijgt toebedeeld. Ook de Cafetaria Top 100 houdt hem al jaren bezig. Hij vindt dat veel hardwerkende frituurondernemers elk jaar opnieuw onrecht wordt aangedaan.

Foto UZ Media en Frituurwereld

Van Rooij, initiatiefnemer en directeur van vakvereniging ProFri en het Nederlands Frituurcentrum, wil de feestvreugde voor de winnaars niet bederven. Maar feit is wat hem betreft dat de Cafetaria Top 100 meer verliezers dan winnaars oplevert. Van Rooij vindt de tijd gekomen om dit hardop te zeggen en staat in deze kritiek niet alleen. Het bestuur en de nodige partners van vakvereniging ProFri delen zijn mening. Net als heel veel leden en niet-leden, die bij het secretariaat in Veldhoven hun boosheid over rankings als de Cafetaria Top 100 uitten. Van Rooij: “Ondernemen is geen sportwedstrijd met winnaars en verliezers. Elk bedrijf heeft zijn eigen sterke punten. De meerderheid van ondernemers in zo’n lijst is niet blij. Je komt al snel terecht op een plek die je niet ambieert. Het is appels met peren vergelijken; dus doe je het merendeel tekort.”

AD Friettest


In het geval van de friettest van het Algemeen Dagblad (AD) kwam daar nog het onwelvoeglijk taalgebruik bij. “Sommige frietbereiders werden ronduit met de grond gelijk gemaakt. Het geeft geen pas om ondernemers zo te kijk te zetten,” zegt Van Rooij. ProFri protesteerde tegen de friettest met de website HetADgaattever.nl, een enkele individuele ondernemer zette zelfs juridische stappen. Ook AD’s haringtest en de oliebollentest kwamen onder vuur te liggen. Ophef rond mogelijke belangenverstrengeling bij de jurering tastte de geloofwaardigheid van de AD-testen aan. De hoofdredacteur ging diep door het stof. Niet veel later zette hij een streep door de testen en schreef hij: “We hebben besloten niet door te gaan met onze nationale smaaktests. Over smaak valt namelijk wel degelijk te twisten. Te veel wat ons betreft. Wij testen en vergelijken om u te helpen de beste producten te vinden, niet om middenstanders te kwetsen.”

Top 100

Nu het AD is gestopt met haar smaaktesten, vindt Van Rooij het een goed moment dat er ook een punt wordt gezet achter de Cafetaria Top 100 van vakblad Snackkoerier. De “luis in de pels” zegt: “Nederland telt misschien wel honderd of tweehonderd bedrijven die nummer 1-waardig zijn. En zeker achthonderd tot duizend frituurbedrijven die bovengemiddeld scoren. Willen we al die uitmuntende bedrijven ooit nummer één laten worden, dan zijn we zeker 150 jaar verder.” Bovendien stoort Van Rooij zich enorm aan de wijze waarop sommige oud-winnaars van de Top 100 nog steeds pronken met hun prijs, terwijl ze aan alle kanten al ingehaald zijn door collegabedrijven. “We moeten juist nú laten zien hoe mooi de totale bedrijfstak is, hoe die zich steeds opnieuw ontwikkelt. Doen we dat niet, dan raken we steeds meer consumenten kwijt.”

Michelinsterren

Met dit alles in gedachten, pleit Van Rooij voor een alternatief dat beter recht doet aan de branche voor gefrituurde lekkernijen. Zijn gedachten gaan uit naar een Michelinsterrenachtig systeem, gekoppeld aan een evenement waarmee de hele sector jaarlijks in het zonnetje wordt gezet. Van Rooij: “Het moet een evenement worden waarbij iedereen gelijke kansen krijgt, waarbij er voor veel méér professionals ruimte is op het podium. Een eenmaal verdiende pluim, zal natuurlijk ieder jaar opnieuw verdiend moeten worden. Net zoals wij zelf al bij ons Goed Gefrituurd-keurmerk doen. Dat keurmerk zou kunnen dienen als basis voor een nieuw, gezamenlijk initiatief.” Frans van Rooij heeft hierover besprekingen gevoerd met de organisatie van de Cafetaria Top 100. Die houdt vooralsnog echter vast aan de huidige opzet. “Er spelen bij rankings als de Top 100 natuurlijk ook commerciële belangen. Sponsors zijn trouwens echt niet allemaal blij met hoe het nu gaat. Maar ze zeggen dat niet hardop.” Van Rooij vraagt zich af waarom marktpartijen het evenement blijven sponseren. “Sponsors doen immers het grootste deel van hun klanten, de frituurbedrijven, er ook gewoon mee tekort.”

Formulehuizen en jurering

Veel formulehuizen deden in eerdere jaren collectief mee aan de Cafetaria Top 100. De meesten haakten af; tegenwoordig doen er nog maar een paar mee. Zouden ze allemaal wel deelnemen, dan zou de Cafetaria Top 100 een zeer eenzijdige lijst worden, stelt Frans van Rooij. “Stel dat de formulehuizen allemaal tien procent van hun beste bedrijven zouden aanmelden. Dan heb je het al over 90 tot 100 bedrijven in totaal. Het zou betekenen dat er geen of nauwelijks ruimte overblijft voor al die mooie frituurzaken die niet bij een formule zijn aangesloten.” Naast dit aspect, gaat Van Rooij nog in op de wijze van jurering bij de Cafetaria Top 100. “Het ene lid van de vakjury bezoekt maar één of twee bedrijven op een dag, terwijl een ander bij wijze van spreken tien bezoekjes aflegt. Dat is niet in orde natuurlijk. Elk bedrijf moet bij de beoordeling evenveel aandacht krijgen.”

Snacksterren

Bijna tien jaar geleden namen culitainer Pierre Wind en schrijver Bart Chabot het initiatief tot een Michelinsterrensysteem voor de frituursector. Het Haagse duo deed dit ter gelegenheid van de verschijning van het boek Patatje Oorlog. De Michelinster heette in dit geval een Snackster. Eén Snackster: zeer goed bedrijf dat uitblinkt in gastvrijheid en service, maar niet veel extra’s biedt. Twee Snacksterren: topbedrijf met goede service, puike klantvriendelijkheid en producten én de nodige lekkernijen uit eigen keuken. Drie Snacksterren: neusje van de zalm, zaak van hoog niveau, uitzonderlijke producten uit eigen keuken én de nodige extra’s om het de gast naar zin te maken. De uitreiking van de Snacksterren bleef eenmalig, hoewel Pierre Wind wel pogingen deed het initiatief een permanente status te geven. Overigens koppelden ook Wind en Chabot aan hun Snacksterren een systeem met een, door Frans van Rooij zo verfoeide, ranking. Elk bedrijf kreeg namelijk op basis van rapportcijfers zijn Snacksterren en een plekje in een Top 50.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 9 – Najaar 2018