Géén applaus voor nieuwe Horeca CAO

Achtergrond |
21 september 2018 |
Leestijd ± 2 tot 4 minuten
Foto Shutterstock

Aan het begin van de zomer is de nieuwe Horeca CAO door de minister algemeen verbindend verklaard. Dit betekent dat hij geldt voor alle horecabedrijven in ons land, samen goed voor ongeveer 400 duizend medewerkers. De gehele horeca wil in dit geval zeggen: alle bedrijven waar de loonsom voor 50 procent of meer betrekking heeft op horeca-activiteiten. De nieuwe cao is lang niet overal met bijval, geestdrift en applaus ontvangen.

De nieuwe cao die nu algemeen verbindend is verklaard, loopt tot eind 2019. De basis van de afspraken is smal. Feitelijk is de nieuwe cao een product van maar twee partijen. Koninklijke Horeca Nederland (KHN) namens de werkgevers, CNV Vakmensen namens de werknemers. Andere partijen aan beide kanten, zoals FNV Horeca en kleinere werkgeversclubs, hebben op de overeenkomst geen invloed kunnen uitoefenen. Maar ook leden van deze organisaties zijn, net als ondernemers en werknemers die nergens lid van zijn, gehouden aan de bepalingen in de nieuwe Horeca CAO. Zoals het doorvoeren van de loonsverhoging met één procent die op 1 juli jongstleden werd ingevoerd.

Dispensatie

Bij het gegeven dat de nieuwe cao van toepassing is voor alle horecabedrijven, moet wel een kleine maar belangrijke kanttekening worden gemaakt. Bedrijven die dispensatie hebben, hoeven hem niet toe te passen. Zo hebben de 600 leden van het Nederlands Horeca Gilde (NHG) hun eigen, overigens minimale, collectieve arbeidsovereenkomst. Veel ondernemers zijn echter helemaal niet bij een werkgeversorganisatie als KHN of NHG aangesloten. Soms is er sprake van onwetendheid; de kennis dat een werkgeversorganisatie iets anders is dan een vak/branchevereniging ontbreekt. Neem ProFri. Het is een vakvereniging die opkomt voor branchebelangen, maar géén werkgeversorganisatie die zich bezighoudt met arbeidsvoorwaarden. ProFri-directeur Frans van Rooij: “Maar ongeveer een derde deel van onze leden is lid van een werkgeversvereniging. In de meeste gevallen is dat KHN. Andere leden willen geen dubbel lidmaatschap of weten simpelweg niet dat een branchevereniging iets anders is dan een werkgeversorganisatie.”

NHN

Desondanks krijgt ProFri, de vakvereniging dus, veel vragen over de cao en personele kwesties. Van Rooij: “Om als ProFri niet gebukt te gaan onder een toenemend aantal telefoontjes en mailtjes met vragen over de cao, personeelsaangelegenheden en juridische vragen, hebben wij de oplossing gezocht in de oprichting van een nieuwe werkgeversvereniging.” De nieuwe werkgeversvereniging, Nieuwe Horeca Nederland ofwel NHN, is vorig jaar opgericht. NHN richt zich meer dan KHN en NHG op de eigentijdse horeca. Daarbij geven wat NHN betreft in deze tijd minimale afspraken geen pas. De horeca heeft immers al niet zo’n best imago als werkgever, hetgeen zich ook vertaalt in een groot tekort aan vakbekwame medewerkers. Van Rooij: “Onze werkgeversvereniging NHN staat voor goed werkgeverschap. Eigentijdse horeca vraagt om ethisch ondernemerschap. Daarbij horen een goede beloning en waardering van de medewerkers. Dát willen wij uitdragen richting de arbeidsmarkt.”

Geen haast

“Zeker, het wordt een lastige klus,” zegt Van Rooij over de missie van NHN. “Maar we hebben geen haast. Een eigen NHN-cao is nog ver weg, maar een pakket van aanvullende maatregelen lijkt haalbaar. Wij hebben daarover al met verschillende partijen gesproken.” NHN ging ook om tafel met de FNV. De grootste horecabond sloot al met enkele individuele horecaondernemers zogenaamde bedrijfs-cao’s af. Deze bevatten voor medewerkers aanmerkelijk betere voorwaarden dan de cao van KHN/CNV. “Het geeft aan dat er onder ondernemers behoefte is aan eigentijdse afspraken die goed werkgeverschap recht doen,” zegt Van Rooij. “Voor nu is het belangrijk dat leden van ProFri laagdrempelig kunnen kiezen voor een dubbellidmaatschap. Leden hoeven geen duur lidmaatschap te nemen bij KHN.” Van Rooij overlegde wel met Koninklijke Horeca Nederland. De werkgeversorganisatie ziet geen ruimte voor samenwerking met ProFri. Dit duidelijke “nee” is volgens Van Rooij een reden temeer om door te zetten met Nieuwe Horeca Nederland. “Uit geluiden die ik hoor, blijkt dat er in de markt grote behoefte is aan een alternatief voor KHN.”
In Frituurwereld zetten we eerder de belangrijkste bepalingen in de nieuwe Horeca CAO op een rijtje. Je vindt dit verhaal op bladzijde 36 in uitgave 7 van Frituurwereld.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 9 – Najaar 2018

Meer over