Wat wordt de eerste koninklijke frietzaak?

Actueel |
28 nov 2024 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten

Welke frietzaak krijgt als eerste het koninklijke predikaat Hofleverancier? Deze vraag doemt op nu er steeds meer patates-frites-bedrijven zijn te vinden met een hoge leeftijd. Cafetaria Schraven in Breda heeft goede kaarten. Het bedrijf beleeft zijn 90-jarig jubileum als frietzaak.

door Ubel Zuiderveld, fritoricus

Schraven startte in 1922 als melk- en ijssalon, maar verzette later de bakens onder de naam Cor Schraven Patates Frites en IJssalon. Hoewel de oudste advertentie stamt van eind 1935, is de frietverkoop volgens de familie in 1934 gestart. Negentig jaar geleden dus. Vraag is dus een beetje: had Schraven al in 2022 het predikaat Hofleverancier kunnen aanvragen? Of kan dit richting 2034 alsnog?

Rijke friethistorie Breda

Een Hofleverancier voor friet zou een stad als Breda zeker passen. Want Schravens thuisstad heeft een heel lange friethistorie. In 1868 werd er door een Belgische kraam al friet verkocht tegenover het stadhuis. Frituur Christ startte in 1936 met frietverkoop en bestaat nog altijd. Is Christ een kandidaat voor de eerste koninklijke Hofleverancier-frietkraam?

Ook cafetaria De Toren startte in 1936, zij het als automatiek. Al hebben er tussentijds wat wisselingen plaatsgevonden, een friethuis is het nog steeds. Bovendien: Breda had ooit een burgemeester die co-auteur was van een boek over friet, VVD’er Ed Nijpels. Als klap op de vuurpijl herbergt Breda een hoofdkantoor van de grote frietmaker Lamb Weston.

Rond het midden van de twintiger jaren van de vorige eeuw zijn in Breda al enkele patates friteshuizen te vinden. De Bredasche Volksgaarkeuken verkoopt reeds in 1910 porties friet voor een dubbeltje.

Reitz in Maastricht

De oudste nog bestaande frietzaak van ons land, lijkt overigens Reitz aan de Markt in Maastricht. Zelf claimt het bedrijf dat er sinds 1908 of 1909 friet wordt gebakken. Dat is echter niet zeker. Traceerbaar is wel dat in 1919 er zich al hotel-restaurant-friture Juliana van ondernemer M. Haseleers bevond. Dat was pal naast het toenmalige café Reitz, dat toen al zeker tien jaar bestond.

Als je bij het honderdjarige bestaan het koninklijke predikaat van Hofleverancier Koninklijk niet aanvraagt, moet je minimaal 25 jaar wachten voordat je het weer kunt proberen. Dus moet Reitz sowieso nog even geduld hebben om eventueel Hofleverancier te worden.

Aanvraag via burgemeester

Overigens krijgen kleine en middelgrote bedrijven nooit het predikaat Koninklijk. Dat is namelijk weggelegd voor verenigingen, stichtingen en grote bedrijven. Wel kan koning Willem-Alexander dus kleinere bedrijven het koninklijke predikaat Hofleverancier toekennen. De aanvraag loopt via de burgemeester van de vestigingsplaats van de kandidaat-Hofleverancier.

Wél koninklijke snacks

Er zijn al twee handen vol horecabedrijven Hofleverancier. Daaronder is ook lunchroom-ijssalon Wissink in Groenlo, oorspronkelijk een bakkerij. Onder de meer dan 500 Hofleveranciers bevinden zich sowieso tientallen bakkerijen en ook slagerijen.

Omdat ook zij niet zelden snacks maken, bestaan er dus in zekere zin al koninklijke snacks. De bekendste zijn de kroketten van de Haagse slagerij Dungelmann, Hofleverancier sinds 2013. Maar er zijn meer slagerijen én ook bakkerijen met een koninklijke statuur, die saucijzenbroodjes, frikandelbroodjes en worstenbroodjes maken en verkopen.

Foto: Cafetaria Schraven, Facebook.