Snackbarverbod: worden frituurzaken straks de nieuwe boeren?

Actueel |
12 december 2022 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten
Frans van Rooij, directeur Vereniging Professionele Frituurders (ProFri)

‘Wij zijn niet de oorzaak van gezondheidsachterstand’

Doet het kabinet de snackbar terecht in de ban?’ Die vraag stond afgelopen weekend centraal in de rubriek ‘De Kwestie’ van De Telegraaf. ProFri-voorman Frans van Rooij mocht samen met een cardioloog op de stelling reageren. “Als we niet oppassen dan worden snackbarhouders de nieuwe boeren”.

Door snackbars te weren in gemeenten, pak je het probleem van ongezond eetgedrag niet aan, betoogt Van Rooij in zijn bijdrage in De Telegraaf van 10 december 2022. “Snackbars, cafetaria’s en andere frituurzaken zijn niet de oorzaak van de gezondheidsachterstand.”

Maatregelen gaan aan het doel voorbij

De maatregelen gericht op het weren van snackbars en andere fastfoodzaken, zullen hun doel volledig voorbijgaan, verwacht Van Rooij. “Over tien jaar wanneer de politici allemaal weer ‘ververst’ zijn, komen ze er in Den Haag achter dat dit beleid niets gebracht heeft en de gezondheidsachterstand groter is dan ooit tevoren”, reageert de voorman van de vakvereniging na publicatie van het artikel in De Telegraaf en het debat over het snackbarverbod in De Tweede Kamer op 9 december.

Aanleiding voor de stelling in De Telegraaf is de aangekondigde maatregel van Staatssecretaris Maarten van Ooijen (van Preventie) om de strijd aan te gaan tegen overgewicht bij kinderen. Naast een verbod op reclame voor ongezonde voeding gericht om minderjarigen, krijgen gemeenten wettelijk meer mogelijkheden om een teveel aan snackbars en andere fastfoodwinkels te weren. Bijvoorbeeld in de buurt van scholen. Op die manier wil hij de verleidingen tot ongezond eetgedrag doorbreken en gezond eten stimuleren.

Terugdringen wildgroei

Van Rooij geeft in zijn bijdrage in de krant aan voor het terugdringen van de wildgroei aan fastfoodzaken te zijn. Daarnaast betoogt hij dat er breder en eerlijker gekeken moet worden naar de problematiek rond ongezond eetgedrag en hoe dat ontstaat. Alle frituurzaken samen zijn met een inkoopwaarde van 300 miljoen euro een relatief kleine voedselaanbieder. Supermarkten zijn een veel grotere speler. Zij verkopen per jaar voor meer dan 35 miljard euro aan eten en drinken. Omgerekend vertegenwoordigen snackbars, cafetaria’s en andere frituurzaken dus nog geen één procent van het totale voedselaanbod.

Nieuwe boeren

Namens de vakvereniging ProFri roept hij daarom de Staatssecretaris op tot een dialoog. “De enige voorwaarde die ProFri hierbij stelt is dat het eerlijk gebeurt.” Tot slot waarschuwt Van Rooij: “Als we niet oppassen dan worden snackbarhouders de nieuwe boeren.”

Naast de ProFri-voorman geeft cardioloog Janneke Wittekoek haar mening in de rubriek De Kwestie in De Telegraaf. Zij vindt dat het weren van snackbars een belangrijk onderdeel is in het terugdringen van overgewicht en daarmee samenhangende welvaartsziekten. Daarom vindt ze de aangekondigde maatregelen goed: het is volgens haar “De hoogste tijd voor betutteling”.

Grachtengordelproblematiek

Het artikel in De Telegraaf is een van de vele publicaties die op gang kwam nadat de ProFri begin december via een persbericht heeft gereageerd op het wetsvoorstel van de Staatssecretaris: “Snackbarverbod is gebaseerd op grachtengordelpolitiek”.

De Kwestie: ’Moet nu ook de snackbar in de ban?’ | De Kwestie | Telegraaf.nl

’Typisch geval van grachtengordelpolitiek’ | De Kwestie | Telegraaf.nl

Het is de hoogste tijd voor ’betutteling’ | De Kwestie | Telegraaf.nl

Meer over