
800 meter. Dat is de gemiddelde afstand die Nederlanders moeten lopen, fietsen of rijden naar de dichtstbijzijnde cafetaria of andere frietzaak. Dit blijkt uit cijfers van ANP LocalFocus.
De meeste lichtblauwe gebieden, waar de afstand tot een frietzaak minder dan een kilometer is, vinden we in Noord-Brabant, Limburg en grote delen van Gelderland. In landelijke, noordelijke gemeenten als de Noordoostpolder, Aa en Hunze, Noardeast-Fryslân, Hoogeveen, Opsterland en De Wolden moet de consument gemiddeld meer dan twee kilometer afleggen.
Grote steden
In de grote steden van ons land, is de gemiddelde route naar de eerste cafetaria als volgt: Amsterdam 400 meter, Rotterdam en Den Haag 500 meter en Utrecht 600 meter kilometer.
Nog enkele grote provinciale steden: Leeuwarden 900 meter, Groningen 800 meter, Assen 1000 meter, Arnhem 700 meter, Maastricht 500 meter, Almere 800 meter, Breda 600 meter, Tilburg 600 meter, Eindhoven 500 meter en Middelburg 700 meter.
“Ik rijd er graag voor om”
Anita Vliegenberg zegt in een column in het Eindhovens Dagblad dat er qua frietzaken voldoende opties zijn: “Dat geldt ook voor de meeste dorpen. In sommige gevallen is er geen school, supermarkt of kroeg te vinden, maar binnen een kilometer stuit je geheid op een friettent. Prioriteiten moeten er zijn.” Ook schrijft ze: “De friettent hoeft voor mij niet om de hoek te zitten. Voor goede friet wil ik graag omrijden.”
Hier kun je per gemeente de afstand zien.
Foto’s: patat of friet nooit ver weg, archief UZ Media