
Het nieuws sloeg deze week in als een bom: aardappelverwerker CêlaVíta is failliet verklaard. Voor de honderden medewerkers en vele toeleveranciers is het een zware klap. Toch kan dit faillissement geen complete verrassing worden genoemd. In juni waarschuwde CêlaVíta – zoals wij eerder op Frituurwereld meldden – al dat het bedrijf in zwaar weer verkeerde.
Reorganisatieplannen
In die periode werd nog een nieuwe koers gepresenteerd: minder focus op koelverse aardappelproducten en een sterkere nadruk op frietproductie. Een strategische stap die in theorie goed aansloot op de marktontwikkeling, maar die achteraf gezien te laat werd gezet. De financiële problemen waren inmiddels te groot, de interne spanningen te hoog opgelopen.
Druk vanuit retail en bonden
Een belangrijk keerpunt was het wegvallen van een grote retailklant. Dat verlies, in combinatie met blijvende prijsdruk vanuit de supermarktsector, trok een zware wissel op de omzet. Daarbovenop kwamen hoogoplopende onderhandelingen met de vakbonden, die in juni uitmondden in een afwijzing van het herziene cao-bod.
Van McCain naar Nimbus
CêlaVíta werd in 2012 door McCain overgenomen en een jaar geleden doorverkocht aan investeringsmaatschappij Nimbus uit Zeist. Onder de nieuwe eigenaar werd geprobeerd de productie efficiënter en winstgevender te maken, maar het bedrijf had simpelweg te weinig tijd om het roer echt om te gooien.
Gevolgen voor sector en keten
Het faillissement raakt niet alleen de ruim 200 medewerkers in Wezep. Ook telers die speciaal voor CêlaVíta leverden, zien hun afzet van de ene op de andere dag wegvallen. LTO en NAV spreken hun zorgen uit over de gevolgen voor de aardappelteelt in de regio.
Geen donderslag bij heldere hemel
Hoewel de uitkomst dramatisch is voor alle betrokkenen, werd in juni al duidelijk dat CêlaVíta’s overlevingskans klein was zonder directe, stevige ingrepen. De koerswijziging richting frietproductie was op zichzelf logisch, maar kwam te laat om het tij nog te keren.
Foto: iStock