
Waarom we ons frietje best wat vaker mogen verdedigen
Een zak diepvriesfriet met Nutri-Score A in de supermarkt? Dat vindt een schrijfster van het damesblad Libelle maar vreemd. In een recent artikel vraagt ze zich hardop af hoe iets dat uiteindelijk in de frituur belandt, als ‘gezond’ kan worden bestempeld. En om het nog wat kracht bij te zetten, citeert ze de Rijksoverheid, die uitlegt hoe het allemaal in elkaar zit.
In theorie klopt dat allemaal keurig, geeft ze zelf toe. Maar haar conclusie blijft: friet hoort niet in het rijtje gezonde producten thuis. Punt.
Wij van Frituurwereld kunnen daar kort over zijn: dat is nogal kort door de bocht. En eerlijk gezegd: het is ook vermoeiend. Want waarom toch die hardnekkige neiging om alles wat in een frituurpan verdwijnt, automatisch te bestempelen als ‘slecht voor je’?
Nutri-Score: goed bedoeld, krom uitgevoerd
Even over die Nutri-Score. Dat is een systeem bedoeld om consumenten in één oogopslag te laten zien hoe ‘gezond’ of ‘minder gezond’ een product is, gebaseerd op een rekenformule met plus- en minpunten. Die kijkt onder meer naar calorieën, suikers, vetten, vezels en eiwitten.
Een zak diepvriesfriet bestaat in de basis uit aardappel, soms met een klein beetje olie. En aardappel is – jawel – een natuurproduct, rijk aan vezels, vitamines en mineralen. Combineer dat met een relatief laag vetgehalte (zeker voor het bakken) en je komt uit op Nutri-Score A.
Klinkt raar? Nee hoor. Dat zegt vooral iets over hoe dat systeem werkt. En ook over hoe weinig we blijkbaar weten van de weg van aardappel tot frietje.
Frituren is een bereidingsmethode, geen zonde
Laten we één misverstand uit de wereld helpen: frituren is een kooktechniek. Niet meer, niet minder. Net als koken, bakken, stomen of grillen. Je kunt het goed doen, en je kunt het verkeerd doen. En ja, als je friet bakt in oud vet op te hoge temperatuur en het vervolgens uitserveert met overmatig veel mayonaise, dan wordt het wat minder gezond. Maar dat is geen probleem van de friet. Dat is een probleem van de bereiding.
Sterker nog: moderne frituurtechnieken en oliën zijn prima in staat om een krokant en smakelijk eindproduct te leveren zonder dat het druipt van het vet. De snackbranche innoveert al jaren om goed te frituren – iets waar je in de gemiddelde glossy zelden over leest.
Friet verdient nuance, geen veroordeling
Wat steekt, is niet alleen de onkunde over Nutri-Score, maar vooral het gemak waarmee friet weer eens in de beklaagdenbank wordt gezet. Friet is al decennia lang een geliefde snack, een stukje eetcultuur zelfs. Kinderen eten het met een lach, volwassenen met een glimlach van herkenning. En nee, niemand zegt dat je het elke dag moet eten – maar dat geldt ook voor kaas, chocola of wijn.
We zouden er goed aan doen om wat minder dogmatisch naar eten te kijken. En wat meer te luisteren naar vakmensen: de cafetariahouders, de frituristen, de producenten die elke dag bezig zijn met smaak, kwaliteit en professionele bereiding.
Tot slot: een beetje trots mag best
Dus ja, Nutri-Score A op een zak friet uit de vriezer? Geloof het gerust. En geniet er vooral van als het uit de frituur komt. Met beleid bereid, en met plezier gegeten. Want een frietje is geen zonde. Het is comfort food, met een krokant randje.
Tekst: Frans van Rooij. Foto: Nederlands Frituurcentrum