Franchise in de horeca: groei zet door

Achtergrond |
6 januari 2021 |
Leestijd ± 4 tot 6 minuten
Foto: Shutterstock.

Franchising. De laatste jaren volgen de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Zo is sprake van nieuwe wetgeving die de positie van franchisenemers versterkt. Ook groeit het aantal multi-brand franchisers snel. Met speciale aandacht voor franchising in de horeca, geeft Frituurwereld kort en bondig een stand van zaken weer.

Tekst: Ubel Zuiderveld

Het Amerikaanse fenomeen franchising landde in Nederland in de tweede helft van de jaren zestig van de vorige eeuw. De Britse hamburgerketen Wimpy was de eerste franchiser van belang in de maaltijdverstrekkende horeca. In de frituurbranche was de Amsterdamse automatiekformule Febo er vroeg bij. Rechtstreeks geïnspireerd door de eerste vestiging van McDonald’s in ons land, werd Febo 45 jaar geleden een franchiseformule.

Franchising: enkele actuele aandachtspunten.

1. Franchise groeit door

Bij Amerikaanse fastfoodmerken is franchising de norm; hetzelfde geldt eigenlijk voor de grote hotelmerken. In de rest van de horeca is franchising nog altijd minder vanzelfsprekend. In de vaderlandse frituurbranche is het omzetaandeel van franchise weliswaar groot (circa 30 procent) maar gerekend in aantallen vestigingen nog klein (16,5 procent). Toch is de algehele verwachting dat franchising in de horeca nog fors zal groeien. Immers: zowel het aantal buitenlandse als Nederlandse franchiseconcepten blijft toenemen.

2. De Amerikaanse situatie

Het aantal franchisefilialen in de Amerikaanse QSR-industrie is enorm. Het aantal zogenaamde quick service restaurants (QSR) van fastfoodketens steeg van net onder de 100.000 in 2000 via 150.000 eind 2007 naar bijna 200.000 nu. Het totale aantal fastfoodrestaurants ligt op bijna een kwart miljoen. Dit betekent dus dat er hooguit nog zo’n 50.000 zelfstandige fastfoodzaken zijn. Overigens zijn de vestigingen die de grote merken in eigen beheer hebben, meegeteld bij de franchisecijfers.

3. Multi-brand franchising in opkomst

Multi-brand franchising is sterk in opkomst. Het gaat om franchisenemers die vestigingen van verschillende merken exploiteren. Zo is er in Zuid-Nederland een supermarktfranchiser die daarnaast ook franchisenemer is van La Cubanita (restaurantketen) en Subway. Een andere ondernemer is franchisenemer van zowel Snackpoint als De Beren. In toenemende mate ontdekken grote multi-brand franchisers de Nederlandse markt. Ze zijn, via speciale licenties, franchisenemer en franchisegever tegelijk. Het Franse concern Lagardère kocht snackconcept Smullers; internationaal is het daarnaast franchiser van grote Amerikaanse merken. Een ander mooi voorbeeld is het Zuid-Amerikaanse bedrijf Alsea. Alsea exploiteert sinds enige tijd Starbucks in ons land. Internationaal exploiteert Alsea bijna 3000 vestigingen van Starbucks, Domino’s, Burger King en andere foodmerken, waaronder ook eigen ketens.

4. Kleine lettertjes!

Het wordt vaak gezegd: lees de kleine lettertjes! Niet alleen zelf, maar laat ze ook door een derde lezen. Voorbeeld: stel jij sluit je aan bij franchiseformule Xantippe. Na een paar jaar wil je uitbreiden, maar er is geen plek voor nóg een vestiging van Xantippe in jouw verzorgingsgebied. Toch wil jij uitbreiden: mag je dan in zee gaan met Formule Ypsilon, een concurrent van Xantippe?

Niet zelden verbieden de kleine lettertjes dat jij direct betrokkenheid hebt bij een filiaal van concurrerende merken. De Limburgse ondernemer Wim Cox heeft regelmatig met dit bijltje gehakt. Hij is franchiser van verschillende horecaformules. Komt er een conceptcontract op tafel, dan moet die bepaling van exclusiviteit er onmiddellijk uit. “Soms snap ik het ook wel dat formules het in hun contracten zetten. Ik begrijp dat McDonald’s niet graag ziet dat zijn franchisenemers nog met een andere burgerketen in zee gaan.“

5. Korting op apparatuur

Niet alle, maar wel de nodige franchiseformules verdienen een substantieel deel van hun geld via centrale afspraken met leveranciers. Het hoofdkantoor van de formule pikt een graantje mee van collectieve kortingen. Zo kan het in de praktijk gebeuren dat je verplicht bent jouw apparatuur te kopen bij leverancier G, maar geen korting kan bedingen op de aanschaf. De korting gaat namelijk naar de centrale franchiseorganisatie. Ditzelfde kán het geval zijn met inkoop van andere producten en ingrediënten. Een bonafide franchisegever, geeft inzicht in dit soort afspraken. Zo niet, vraag dan om transparantie.

6. Omvang van verzorgingsgebied

Over McDonald’s deed lang het volgende grapje de ronde: “De enige zekerheid die je krijgt als franchisenemer, is dat ze niet ín jouw restaurant nóg een vestiging openen.“ Eerlijk gezegd; zo cru is het niet meer. Wel is het bij het afsluiten van een franchisecontract meer dan ooit zaak goed vast te leggen wat precies jouw verzorgingsgebied is. Omdat de markt steeds verder verzadigt, wordt er met een nieuw restaurant van een andere franchisenemer dus al snel aan je omzetpotentie gezaagd. Daarbij komt dat maaltijddelivery steeds belangrijke wordt. Ook bij foodbezorging is het van belang dat er volledige duidelijkheid bestaat over de grenzen van het verzorgingsgebied. Een te groot verzorgingsgebied is trouwens lang niet altijd een voordeel. Zo zijn er deliveryconcepten die contracten afsluiten voor complete postcodegebieden. Dit betekent echter, vanwege de afstanden, wel drastisch hogere bezorglasten.

7. Angst slechte raadgever

Vooral in de cafetariasector treden veel gesettelde bedrijven toe tot een (franchise)formule. Hierbij moet de insteek altijd positief zijn en is angst per saldo een slechte raadgever; toetreding tot een franchiseformule is geen reddingsboei. Als de de enige reden om tot een keten toe te treden is, dat je met jouw eigen zaak in de knoei zit, zoek dan eerst nog eens heel grondig naar andere methodes om er weer een beetje bovenop te komen. Immers: indien je tot een keten toetreedt met een relatief florerend bedrijf, is jouw eigen positie in de onderhandelingen ook sterker. Als je zwak in je schoenen staat, is het risico levensgroot dat je jezelf en jouw bedrijf met huid en haar uitverkoopt aan de franchiseorganisatie.

8. Huurder of eigenaar?

De nodige franchiseformules hanteren bij onroerend goed het McDonald’s-model. De formule bezit het bedrijfspand en verhuurt of verpacht dit aan de franchisenemer. Zorg dat je van tevoren precies weet hoe het zit. Onder welke voorwaarden kan de huurbaas (de franchisegever dus) jouw huurcontract beëindigen? Weet wat je tekent. Zit er een woning bij het bedrijfspand? Moet je daar meteen uit als je besluit de formule te verlaten? Of is het mogelijk twee aparte huurovereenkomsten te sluiten?

9. Zolang het geld maar rolt

Het valt niet te ontkennen; franchising biedt de nodige voordelen. Het grootste voordeel: als ondernemer profiteer je volop mee van een bekend, en als het goed is sterk merk. Bovendien: doordat het formulehuis je veel werk uit handen neemt, kun je je als ondernemer focussen op het management en verkoop. Daar tegenover staat dat de bewegingsvrijheid als ondernemer gemiddeld genomen gering is. Het is immers bij franchising niet passend om afwijkende producten te voeren of de huisstijl te veranderen.

Hoewel er elk jaar de nodige rechtzaken zijn over individuele gevallen, komt het zelden tot grote conflicten. Dat gebeurt eigenlijk alleen als meerdere franchisenemers te maken krijgen met tegenvallende omzetten en resultaten. Grotere franchisezaken speelden de afgelopen jaren rond HEMA, Papa John’s en, iets langer geleden, Bakker Bart. Een citaat uit het boek Het Fastfoodparadijs van Eric Schlosser: “Als het geld met bakken binnenrolt, is iedereen gelukkig. Maar als het slecht gaat, leidt dit vaak tot een ongelijke machtsstrijd, die in de meeste gevallen wordt gewonnen door degene die de licentie heeft afgegeven.“

Lees ook het artikel in de rubriek Actueel:
Franchise in de frituur: groei stagneert

Wil jij een franchise-ervaring in de frituurbranche met ons delen of heb jij brandende vragen over dit onderwerp? Mail naar info@frituurwereld.nl.