’n Strenge frituur-leermeester

Trivia |
21 september 2018 |
Leestijd ± 1 tot 2 minuten
Antiek Frituurgerei – Frietmuseum Brugge

Johan Werumeus Buning, dichter, schrijver en journalist. Onlangs kwam zijn naam naar boven door de verschijning van het frituurkookboek Fris Frituren van Angela Prins. In de culinaire wereld leeft Werumeus Buning voort. Vooral dankzij zijn beroemde kookboek “100 Avonturen met een pollepel”. Het was destijds, in 1937, een eyeopener voor velen. Uitgebreid behandelde Werumeus Buning een tamelijk nieuwe kookmethode, namelijk frituren.

Hij schreef streng voor hoe je juist frituurde. “Alvorens over de ware geheimen van het ziedend vet te spreken, die onze Zuiderburen zoveel beter kennen dan wij, spreken wij over den gebakken aardappel, en wat zien wij het eerst? Kijk er de Nederlandsche koekpannen eens op aan: meest zijn ze te klein om een goed zoodje gebakken.” Verder schrijft Werumeus Buning: “De kunst der frituur bestaat uit een frituurpan met frituurvet. De frituurpan namelijk is geen gewone pan, maar een frituurpan. Spreek met een goeden pannenwinkelier, om daar het ware over te weten, en kies ze zo diep en ruim als uw beurs maar toelaat, en voorzien van een mandje. Men kan geen pommes frites maken in een koekepan.

Dus ten eerste: een goede frituurpan. Ze dient, om te herhalen, ruim en diep te zijn, de Engelschman noemt dit procédé “deep fat frying”: de bedoeling is dat het te friteeren etenswaardig object, zooveel ruimte vindt in het kokend vet als Leviathan in de wereldzeeën, zoekende de gronden des oceaans. Vergeet dit niet. De practijk van de frituur is zoo veelzijdig, dat men er een apart kookboek aan zou kunnen wijden.” Een heruitgave van deze frituurlessen uit 1937, vertaald naar modern Nederlands, levert zeer vermakelijke leesstof op.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het magazine Frituurwereld nummer 9 – Najaar 2018