Frituur, actuele opinie en beeldvorming

Achtergrond |
21 september 2019 |
Leestijd ± 3 tot 5 minuten

Beeldvorming is belangrijk. Hoe er in de publieke opinie wordt aangekeken tegen een branche of beroep, bepaalt in hoge mate de mening van het grote publiek. Recent kwam de frituurbranche volop aan de orde in de publieksmedia. Daarom een overzicht. Van een ode aan de snackbar tot een snackverbod rond scholen. Van lucratieve snackinnovaties tot bezorgrumoer in de cafetaria.

Dan maar geen patat”. Het is de titel van een column die journalist Aad Rietveld onlangs schreef in het Leidsch Dagblad. Rietveld gaat in zijn redactionele bijdrage in op een fenomeen waarmee veel frituurbedrijven kampen: de onrust die in bedrijven ontstaat door maaltijdbezorging. Het is onrust die zich niet beperkt tot de ondernemer en zijn medewerkers, maar waarmee ook afhalers en eters ter plekke ongewild worden geconfronteerd.

Helmen en lawaai

Rietveld schrijft dat hij om deze reden zijn vaste snackadresje tegenwoordig mijdt. Hij noteert in zijn column: “Ik mag graag eens een patatje eten, maar in de snackbar om de hoek kom ik niet meer. Daar lopen steeds jongemannen met helmen op hun hoofd en grote tassen in hun hand in en uit. Dat gaat gepaard met nogal luid gegeven opdrachten. Als ze de deur uitgaan weet ik precies naar welk adres ze zullen racen op hun scootertje. Erg onrustig allemaal.” Aad Rietveld zoekt zijn heil in een andere snackbar. Daar wordt hij geconfronteerd met een ander verschijnsel dat veel consumenten ergert: rondhangende medewerkers. Rietveld in het Leidsch Dagblad: “Op een bankje in de snackbar zitten twee pubers waar de verveling vanaf straalt. Ze zitten half op hun rug, met hun schouders tegen de leuning, en vegen met hun wijsvingers over de schermpjes van hun mobiele telefoons, waaruit een dun draadje naar knopjes in hun oren loopt. Ik voorzie nek- en rugklachten in de nabije toekomst. Een van de pubers wordt op pad gestuurd. Ze werken hier, begrijp ik. Hij veegt op zijn gemak zijn telefoon schoon en slentert naar een tafeltje achterin waar zijn helm ligt. Die hangt hij aan zijn arm en dan sjokt hij naar buiten.” Conclusie van Rietveld aan het einde van zijn column: “Ik moest maar geen patat meer eten.”

Rust in de zaak

Bezorging kán desondanks een methode zijn om jongere generaties, die immers bijna alles online regelen, in de toekomst te binden aan de frituur. Echter: uit het stuk van Rietveld blijkt ook dat veel cafetaria’s er een nieuwe uitdaging bij hebben. Traditioneel leunt de branche sterk op afhalers. Ook die geven en gaven altijd veel onrust in de zaak. Veel cafetaria’s investeerde in hun zitgelegenheid, zodat die beter gescheiden is van de afhaalruimte. Hoe je ondanks bezorging rust terugbrengt in de cafetaria, is voor veel bedrijven nu een behoorlijke uitdaging.

Innovatie en vlees

Hoe het zij, het aantal zogenaamde “non-users” neemt toe, consumenten dus die de cafetaria mijden. Vooral het aandeel jongere bezoekers loopt al jaren terug, zo blijkt uit onderzoeken van onder meer bureau Q&A. In vakblad Marketing Tribune kwam Marcel Joosten recentelijk aan het woord over de toekomst van de snackbranche. De marketingdirecteur van Ad van Geloven/Mora deed in een interview samen met directeur Steven de Cleen van bureau ProudDesign uit de doeken hoe Mora nieuwe generaties, zoals de veelbesproken millennials, aan zich probeert te binden. Verwijzend naar de omzetverdubbeling van Mora de afgelopen tien jaar zegt De Cleen: “Iedereen denkt dat snacken op zijn retour is, maar het oude en nieuwe snacken is populairder dan ever.” Joosten wijst erop dat Mora alles in het werk stelt om “de lekkerste te blijven en continu te vernieuwen”. Het bedrijf heeft hierbij vijf innovatie-speerpunten, namelijk Verantwoord & Duurzaam, Oven & Airfryer, Pure & Premium, Fast & Furious en Vega (samenwerking met De Vegetarische Slager). De innovaties die hieruit voortvloeien, moeten zorgen dat Mora relevant blijft en ook nieuwe generaties blijvend bindt. Joosten zegt in Marketing Tribune: “Ik verwacht dat voor 2025 minstens de helft van de omzet van Mora uit producten zonder vlees zal bestaan. Lekker snacken kan heel goed zonder vlees en met vleesvervangers. Ik geloof niet dat snacks met vlees gaan verdwijnen, want er is niets mis met een vleeskroketje van tijd tot tijd. Vooralsnog is het natuurlijk wel wachten op de eerste echt lekkere vegetarische frikandel.”

Snackverbod

Een onderwerp dat al lang een trending topic is, is verantwoorde voeding. Afgelopen maanden berichtten de nodige media over partijen die ervoor ijveren dat de openbare ruimte in ons land minder “obesogeen” wordt. Anders gezegd: de verleiding om op straat te kiezen voor “ongezond geacht voedsel” moet zoveel mogelijk worden weggenomen. Uit recent neurologisch onderzoek blijkt het volgende: als gezond geachte en ongezond geachte producten tegelijk worden aangeboden, is de motivatie om te kiezen voor de laatste groep bij veel mensen zeer sterk. Drie organisaties spraken zich daarom eendrachtig uit voor zéér stevig beleid. JOGG (Jongeren op Gezond Gewicht), het Voedingscentrum én bureau Foodwatch zijn namelijk alle drie van oordeel dat er in een straal van één kilometer rondom scholen geen ongezond voedsel meer mag worden verkocht. De drie organisaties wijzen erop dat veel schoolkantines nu weliswaar verantwoorde voeding verkopen, maar “fastfood op een paar meter lopen van de school nog gewoon wordt aangeboden”. Ook de VO Raad, belangenbehartiger van het voortgezet onderwijs, sprak zich in het Algemeen Dagblad uit over deze kwestie. De VO Raad: “Het is natuurlijk vreemd dat we binnen scholen van alles doen om het eten gezonder te maken, en dat er dan in de directe omgeving veel vet voedsel te verkrijgen is.” In enkele gemeenten is de mogelijkheid van een “snackverbod rond scholen” al aan de orde gesteld in gemeenteraden. Curieus is dat hierbij steevast supermarkten, waar veel scholieren hun heil zoeken, nooit genoemd worden. Het lijkt een voorbode voor wat er nog volgen zal. In ons hele land zijn/gaan immers veel overheden en organisaties aan de slag met de uitvoering van het vorig jaar getekende Nationaal Preventieakkoord.

Dit artikel is reeds eerder verschenen in Frituurwereld Editie 13 – Najaar 2019