Het sprookje van lokaal en biologisch friet: illusie of misleiding?

Column
15 jul 2025 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten

Steeds vaker schermen aanbieders met “lokaal” of “biologisch” bij friet. Maar kloppen die claims eigenlijk wel?

De roep om duurzamer, eerlijker en lokaler geproduceerd voedsel klinkt al jaren steeds luider. Dat is begrijpelijk en op zich een positieve ontwikkeling. Maar in hoeverre zijn de claims die we in de markt zien – zoals “lokaal patatje met” of “van biologisch geteelde aardappelen” – ook werkelijk waar?

Column door Frans van Rooij *

Een recent artikel op Foodlog trekt fel van leer tegen het zogenaamde lokale patatje. De auteurs doen gedegen onderzoek en concluderen: die claim is een illusie. Frietaardappelen worden meestal niet lokaal geteeld, laat staan lokaal verwerkt. Zelfs als de aardappel uit de regio komt, wordt hij vaak honderden kilometers vervoerd voor verwerking en verpakking, om daarna weer “lokaal” te worden aangeboden. Wat blijft er dan over van het begrip “lokaal”?

Biologisch friet: zelfde verhaal

Het verhaal van de biologische friet is minstens zo problematisch. Biologische landbouw in Nederland is beperkt, en het aanbod van biologisch geteelde aardappelen geschikt voor friet is nóg beperkter. Toch zien we steeds meer frietproducten en menukaarten waarop trots staat vermeld dat de friet “biologisch” zou zijn.

Wie die claim wil controleren, komt al snel bedrogen uit. De beschikbaarheid van geschikte biologische aardappelen is dermate klein dat het onmogelijk is om grootschalig biologische friet aan te bieden, tenzij men uitwijkt naar het buitenland. En zelfs dan blijft het lastig. In veel gevallen komt de claim neer op wensdenken of zelfs marketingmisleiding.

Waarheid, transparantie en vakmanschap

Ik pleit niet tegen duurzaamheid of lokale initiatieven. Integendeel: elke stap richting transparanter en duurzamer voedsel verdient ondersteuning. Maar eerlijkheid en realisme zijn minstens zo belangrijk. Je kunt immers niet duurzaam en misleidend tegelijk zijn.

De frituursector doet er goed aan kritisch te blijven op modieuze kreten en het onderscheid te maken tussen wens en werkelijkheid. Wie echt duurzaam wil werken, doet dat door in te zetten op vakmanschap, kwaliteitscontrole, minimalisering van verspilling en een eerlijke herkomst – zonder marketingtrucs.

Lokaal is geen verdienmodel, maar een verantwoordelijkheid

Consumenten geloven graag in het verhaal van het lokale of biologische frietje. Maar dat geloof berust te vaak op vage definities en halve waarheden. Het wordt tijd dat we binnen de sector zelf het goede voorbeeld geven: met heldere communicatie, eerlijke claims en écht vakmanschap.

Lokaal is pas echt lokaal als het klopt. Biologisch is pas biologisch als het controleerbaar is. Alles daarbuiten is een illusie – of erger nog: opzettelijke misleiding.

Foto: iStock


* Over de auteur:
Frans van Rooij is oprichter van vakvereniging ProFri en het Nederlands Frituurcentrum. Hij zette zich jarenlang onvermoeibaar in voor beter vakmanschap, eerlijke beeldvorming en erkenning van de Nederlandse frituurcultuur, onder meer via het keurmerk Goed Gefrituurd en het online leerplatform ‘Werken aan kennis en vakmanschap’. Hoewel hij zich geleidelijk wat meer terugtrekt uit de dagelijkse uitvoering van zijn initiatieven, blijft hij als vaste columnist van Frituurwereld de branche kritisch en betrokken volgen.