Franchise- en huurovereenkomst

Achtergrond |
13 oktober 2023 |
Leestijd ± 1 tot 3 minuten

Franchise en huur zijn nagenoeg onafscheidelijk. Er gelden echter verschillende wettelijke regimes. Regelmatig treedt de franchisegever niet alleen op als franchisegever, maar ook als verhuurder van het bedrijfspand waarin de vestiging wordt geëxploiteerd. Eindigt de franchiseovereenkomst, dan zal de franchisegever ook van de huurovereenkomst met de franchisenemer/huurder af willen. Hiermee dient u rekening te houden bij het aangaan (en opstellen) van een franchise- en huurovereenkomst.

Dit artikel is geschreven door Meester Advocaten, een partner van ProFri

Afbeelding: iStock

De koppeling franchise en huur

De wet (ook de Franchisewet) biedt de franchisenemer geen bescherming tegen (rechtsgeldige) beëindiging van de franchiseovereenkomst, maar dat ligt anders als het om de huurovereenkomst gaat. Zoals bekend zal zijn, mag een verhuurder een huurovereenkomst niet ‘zomaar’ opzeggen, maar heeft hij daartoe toestemming van de rechter nodig. De franchisegever zal daarentegen, zoals gezegd, bij het einde van de franchiseovereenkomst ook willen dat de huurrelatie eindigt, bij voorkeur zonder rechterlijke tussenkomst. Partijen koppelen daarom vaak de franchise- en huurovereenkomst aan elkaar. Die methode is niet helemaal waterdicht.

Komt het tot een geschil, dan kan de rechter, afhankelijk van de formulering van de bepalingen in de overeenkomsten en op grond van een afweging van de belangen van partijen, tot het oordeel komen dat de huurovereenkomst in stand blijft, ondanks dat de franchiseovereenkomst is geëindigd.

Jurisprudentie

Desalniettemin heeft het gerechtshof in Den Bosch enkele jaren geleden geoordeeld dat de franchise- en huurovereenkomst als een “samenhangend geheel” moesten worden beschouwd en het de franchisenemer niet was toegestaan om de franchiseovereenkomst te beëindigen onder instandhouding van de huurovereenkomst om daarna in het gehuurde conform een concurrerend concept een winkel te blijven drijven. De Hoge Raad heeft deze uitspraak bekrachtigd.

Ook het gerechtshof in Den Haag heeft zich in een soortgelijke kwestie uitgesproken en heeft geoordeeld dat de franchise- en de huurovereenkomst dermate onlosmakelijk met elkaar verbonden waren dat het einde van de franchiseovereenkomst met zich meebracht dat het belang van de franchisenemer annex huurder bij voortzetting van de huurovereenkomst minder zwaar woog dan dat van de franchisegever annex verhuurder bij beëindiging ervan. In beide gevallen was sprake van een koppeling van de franchise- en de huurovereenkomst.

Alternatief: vooraf goedkeuring

In de hierboven aangehaalde gevallen toetste de rechter achteraf of de koppeling stand hield. Een andere mogelijkheid die partijen hebben, is om de kantonrechter vooraf goedkeuring te vragen van bepalingen die de huurbescherming van de franchisenemer annex huurder aantasten. Zulke goedkeuring wordt evenwel niet snel gegeven. Bovendien moet er rekening mee worden gehouden dat de rechter in de ene plaats tot een ander oordeel komt dan de rechter in een andere plaats. Met name voor landelijk opererende franchiseketens leidt dat tot onzekerheid.

Koppeling: let op de formulering

Koppeling van de beide overeenkomsten lijkt daarom, onder omstandigheden, de voorkeur te hebben boven een toetsing vooraf. Het is wel van belang de koppeling goed te regelen in de overeenkomsten. Dat kan door in de overeenkomsten op te nemen dat wanprestatie onder de franchiseovereenkomst tevens wanprestatie onder de huurovereenkomst inhoudt. Daarnaast moet duidelijk worden geregeld dat de twee overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en de ene niet kan bestaan zonder de andere. Om dat te bereiken zou in de huurovereenkomst onder meer moeten worden opgenomen dat de bedrijfsruimte uitsluitend gebruikt mag worden voor de exploitatie van de formule van de franchisegever.

Twijfelt u over een juiste formulering, aarzel dan niet contact op te nemen met Meester Advocaten. Wij zijn partner van ProFri.

Meer over