SRA: “Van elke 100 euro omzet blijft slechts 7,60 euro over”
De winstgroei in het Nederlandse mkb is zo goed als tot stilstand gekomen. Vooral binnen de horeca zijn de marges flinterdun geworden. Dat blijkt uit het jaarlijkse brancherapport van SRA, de koepelorganisatie van bijna 400 accountantskantoren. De cijfers geven een verontrustend beeld van de financiële houdbaarheid van horecaondernemingen. Overigens signaleert de SRA ook bij andere sectoren dezelfde ontwikkeling.
Laagste omzetgroei in tien jaar
Voor het onderzoek bekeek SRA bijna 7.500 jaarrekeningen van kleinere en middelgrote bedrijven. Daaruit blijkt dat de omzetgroei gemiddeld groeide met slechts 3,4 procent. Dat is de kleinste stijging in het afgelopen decennium, met uitzondering van het coronajaar 2020. De winstgroei bleef eveneens achter: slechts 3,1 procent meer dan een jaar eerder.
Per 100 euro omzet hield een mkb-ondernemer vorig jaar gemiddeld nog maar 7,60 euro winst over. En die winst is geen vrij besteedbaar bedrag: “Daarvan moeten ondernemers álles doen: belasting betalen, rente aflossen én investeren in noodzakelijke zaken zoals verduurzaming en digitalisering,” aldus SRA.
Horeca springt eruit in negatieve zin
Binnen de cijfers valt de horecasector nadrukkelijk op. SRA noemt de sector als een van de branches die het zwaarst te maken hebben met oplopende kosten, vooral op het gebied van personeel. De loonkosten zijn fors gestegen, terwijl het moeilijk blijft om personeel vast te houden en te werven. Tegelijkertijd zijn consumenten kritischer en prijsgevoeliger geworden, waardoor het doorberekenen van kosten geen vanzelfsprekendheid is.
Hoewel het rapport geen aparte cijfers bevat voor de frituurbranche, zijn de signalen relevant voor ondernemers in cafetaria’s, snackbars en andere frituurspeciaalzaken. De problemen die SRA schetst – hoge personeelskosten, beperkte prijsruimte, stijgende vaste lasten – gelden zeker ook in deze deelbranche.
Steeds meer moeten doen met steeds minder ruimte
De constatering dat er gemiddeld maar €7,60 winst per €100 omzet overblijft, geeft aan dat veel ondernemers nauwelijks nog vet op de botten hebben. En dat terwijl de eisen die aan hen gesteld worden, juist blijven toenemen. Investeringen in verduurzaming, digitalisering en personeelsontwikkeling zijn broodnodig om toekomstbestendig te blijven, maar worden voor veel bedrijven haast onbetaalbaar.
Frituursector verdient erkenning en maatwerk
Hoewel het SRA-rapport niet inzoomt op de frituurbranche, maken de uitkomsten pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar de gehele horeca is geworden – en dat geldt zeker ook voor cafetaria’s en andere frituurspeciaalzaken. De marges zijn minimaal, terwijl de eisen vanuit overheid en samenleving juist toenemen: ondernemers moeten verduurzamen, digitaliseren, hun personeel scholen én voldoen aan steeds meer regels.
Vakvereniging ProFri pleit al langer voor erkenning van deze realiteit. Ondernemers in de frituurbranche hebben te maken met specifieke uitdagingen, die vragen om maatwerk in beleid en ondersteuning. Want als zelfs de brede horeca al nauwelijks lucht overhoudt, hoe moeten kleinere specialisten dan blijven investeren in kwaliteit, vakmanschap en toekomstbestendigheid?
